Het is een bijzonder mooi gebied om te zeilen, als de zon schijnt gaan de graniet bulten waar je langs en omheen vaart heel mooi gloeien en sprankelen. Rood, roze en wit met schaduwen, gelegen in een prachtig blauwe zee. Er zijn in principe veel plekken waar je kunt ankeren, als er geen stroomkabels of iets dergelijks over de zeebodem zijn gelegd, maar dat is dan wel duidelijk aangegeven op de oever en op de zeekaart van dit gebied. Ondanks het zo nu en dan onstuimige weer met nogal wat depressies die over vlogen, hebben wij de hele tocht kunnen zeilen op een stukje kanaal ten noordwesten van Orust na in een smal vaarwater recht tegen de wind in. Wij kijken onze ogen uit, wat een prachtig gebied, zeker voor ons die gewend zijn aan de Nederlandse omstandigheden en kustlijnen. Op iedere ankerplek gaat de bijboot even overboord voor een verkenning op het land, op sommige plekken lopen de rotsen recht het water in en zitten er haken in geslagen, zodat je met een lijn aan de wal en je achteranker uit op de Zweedse manier kunt ankeren. In de ondiepe baaien word je vaak omringd door scholen met kleine visjes die in het beschutte water van de baai hun eerste levens periode doorbrengen.
Het is overigens wel een populair zeilgebied voor Noorse en Zweedse zeilers, bij grotere plaatsen in de buurt zijn dan ook vaak, buiten het anker verbod voor kabels om, uit puur commerciële redenen bordjes aangebracht met "Ankring forbud" juist alleen tijdens het zeilseizoen.
Bij het flexibel varen, flexibel is echt in de mode vandaag de dag, proberen wij het zo uit te kienen dat wij in een periode met slecht weer net in een haven liggen. In Göteborg lukte dat uitstekend. De haven in het centrum van de stad is in onze ogen veel te duur, dus zijn wij in de Koninklijke Marina GKSS te Långedrag 5 mijl buiten Göteborg neergestreken. De haven was goed, maar dat mag je verwachten van een Koninklijke, en het kostte maar de helft van een ligplaats in het centrum, 240 SK. In het onstuimige weer zijn wij op onze fietsjes naar het centrum gefietst om ons te laven aan de tweede stad van Zweden. Er zijn mensen die het mooier vinden dan Stockholm, maar deze overdreven bewering kunnen wij zeker niet onderschrijven! Een aantal dagen kun je jezelf hier zeker goed vermaken. En iedere dag minstens 20 kilometer fietsen is een feest, bergje op en bergje af, zo nu en dan schuilen voor een bui in een winkel waar je niets te zoeken hebt en wind stoten tot 9 Bft. In het vorige verslag hebben wij het gehad over de goudkust van Denemarken. Nu hier in de omgeving van Göteborg is het zeker ook rijk oost Indië, er is zelfs een huis, een echt landhuis met een helikopter naast de deur, over goudkust gesproken.
Zodra de omstandigheden weer wat gunstiger werden en Göteborg doorkruist was gingen wij weer verder. De windrichting was zodanig dat wij heel Orust bijna konden omzeilen met een licht windje. Wij gleden door een adembenemend landschap met op de oevers en de vele eilandjes heel veel mooie idyllische huisjes met, ja het moet gezegd, heel veel motorboten met een overdaad aan paardenkrachten. En dat zal je weten ook want zij scheuren blij van zin langs je heen en het lijkt alsof zij nog nooit van een irritante hekgolf hebben gehoord. Ook bij ankerplekken is dit gedrag nogal vreemd, maar misschien zijn wij daar ook wel te kinderachtig in, sowieso zeilers en motorboters komen van verschillende planeten. Als de echte zeilers nog bezig zijn bij harde wind dan zie je geen motorbootje meer op het water. Bij die omstandigheden slaan ze vol of kiepen om.
Langzaam zeilen wij richting het noorden waarbij wij geen haast hebben, maar een weersverslechtering leidt tot een scheepsberaad en we besluiten naar Smøgen te gaan. Smøgen werd aangeprezen als een rustiek mooi vissersdorpje. In de Zweedse "Gästhamns guiden" stonden ook prijzen die ons wel aanspraken, vanaf 150 kronen. Leuk denk je dan daar gaan wij heen, het water liep ons al in de mond bij de gedachte aan de vis die we bij de vissers wilden kopen. Je zag ze al bijna in de pan liggen sputteren. Nou dat viel tegen want voor onze 10 meter Walkura moesten wij 310 SK aftikken en 60 SK voor de stroom, 4min douchen kostte ook nog eens 10 kronen. De haven was nogal vol met motorboten en zeilboten die aan een achterboei lagen en met de heersende zijwind was het nogal link aanleggen, je had zo schade. De mensen die hier aanmeerden kwamen hier alleen om gezien te worden en om te zien, bah wat een kouwe kak. Van het havenplaatsje zelf is het authentieke wel af, wij hebben daarbij maar één opgelegde oude vissersboot kunnen ontdekken (dus geen verse vis vandaag) De kade was een grote kermis van vreettentjes afgewisseld met winkeltjes vol met toeristische dure onbenulligheden, het lawaai ging door tot na 2 uur in de nacht want het was weekend en enorm druk, iedereen paradeerde voor je boot langs. Het dorp achter de kade was wel de moeite van het aanzien waard, maar ach daar ben je zo op uitgekeken want erg groot was het niet en veel leven was er evenmin.
Oorspronkelijk was het onze bedoeling om hier een paar dagen tijdens het slechte weer te blijven en een auto te huren om een aantal bezienswaardigheden in het binnenland te bezoeken. In deze haven ging dat natuurlijk niet door, dat kon bruin financieel niet trekken. De volgende dag zijn wij met 7Bft uit Smøgen vertrokken, de eerste mijlen waren nogal ruig maar toen wij onder de beschutting van enige rotseilanden kwamen en de koers naar ruime wind ging, zeilden wij als een speer weg van deze toeristische kermis. Dit soort misleidingen in de gidsen vinden wij nogal vervelend, het legt een te groot negatief idee op dit gebied. Maak duidelijk wat het kost, zodat men een wel overwogen keuze kan maken! Aan het gebied ligt het niet.
Dit deel van Zweden herbergt naast veel natuurschoon, ook veel prehistorische monumenten. Niet iedereen is hier natuurlijk van gecharmeerd maar voor ons is het een reden temeer om hier heen te gaan. En dan heb ik het natuurlijk over de 'hällristningar' de rotstekeningen uit de Bronstijd en later. Deze tekeningen zijn zo beroemd en uniek dat zij zijn opgenomen in de wereld erfgoed lijst van Unesco. De havenstad Grebbestad ligt hier niet ver van af, zodat wij er op de fiets heen kunnen (ja, je moet wel wat zonder motorfiets) Grebbestad bevindt zich mooi gelegen aan het einde van een fjord die beschut is bij alle winden, behalve zuidwest en laten wij nu net een paar dagen harde zuidwesten wind meemaken. De drijvende steiger waar wij aanliggen, raakt ontzet en een aantal zeilboten heeft zijn zeilen verspeeld. Het hoogtepunt van ons bezoek aan de Zweedse scherenkust was voor ons deze rotstekeningen, waar ik later nog een epistel aan zal wijden. Wij willen zeker ook de prachtige omgeving hier in Bohuslan noemen als bijzonder bosrijk en aantrekkelijk.
De reis gaat verder en wij steken over naar de Koster eilanden. Een diepe trog scheidt deze eilanden van de Zweedse kust, naar verluidt zit hier veel vis. Aangezien de wind zeer zwak is besluit ik om een poging te wagen teneinde mijn geknakte vis ego iets op te vijzelen. Aan het begin van dit zeil seizoen hebben wij een robuustere hengel met molen gekocht. De vorige boordhengel is vorig jaar in IJsland ter ziele gegaan door het vangen van te dikke kabeljauwen. Het was ook maar een hobby hengeltje voor binnen water, dus deze investering moest worden terug verdiend, maar tot nu toe wilde geen enkele vis in de buurt komen. Natuurlijk ligt een deel aan mijn nogal ongeduldige karakter wat betreft de vis sport, of misschien ook wel aan mijn spreekwoordelijke ondeskundigheid, wie zal het zeggen. Waarachtig in korte tijd haal ik 13 makrelen uit hun element. 2 gaan terug want ze zijn te klein en een weet van de haak te glippen, de resterende 10 vissen zijn voor ons drie dagen eten. Overmoedig geworden wil ik ook nog even enige kabeljauwen uit het water takelen, maar na een half uur zit mijn lood met aasvisjes ergens onder water vast en verspeel ik het tuig en geen vis natuurlijk. "De vis wordt duur betaald".
De Koster eilanden moeten heel mooi zijn, wat wij er van hebben gezien bevestigd dit, maar het was echt hondenweer en wij lagen de helft van de tijd achter het anker te hotseknotsen zodat wij niet het land op zijn gegaan. Naar een haven gaan had ook niet heel veel zin want in deze stortbuien gaan wij toch niet lopen of fietsen. Aangezien het nog maar een paar dagen uit het westen blijft waaien, gaan wij verder en zullen hier in de Koster eilanden ooit wel weer terug komen. De wind gaat daarna in de noordhoek zitten en dat is voor een zeilboot in het Oslofjord niet wenselijk.
Het is wel onze ervaring dat het weer aan de west kust van Zweden, pal aan het Skagerrak, heel wat wisselvalliger is dan het oostelijk Zweeds scherengebied en zelfs de Deense wateren. Maar wat verwacht je ook de depressies komen hier vanaf de Noordzee rechtstreeks naar binnen gewandeld.