Na heel veel werk te hebben verzet gaan de landvasten dan eindelijk los en zeilen wij het Lauwersmeer een eind op om al heel snel ergens in de wildernis te ankeren. De stress en adrenaline gieren nog door ons lichaam. Wij zitten nu nog in het verkeerde ritme. Ook hebben wij het gevoel dat we nog niet klaar zijn, maar je moet de knoop een keer doorhakken, dus we zijn weg. Vrijdag de 23e mei gingen wij het sluisgat van Lauwersoog uit en hezen de zeilen. Tot tussen Ameland en Schiermonnikoog ging het goed, toen viel de wind weg en dobberend voeren wij de Noordzee op. Deze kwakkelende wind omstandigheden maken ons gek. Wij doen vervolgens Nordeney en Langeoog aan om te overnachten. Met weinig wind en dan vaak ook nog uit de verkeerde hoek is het geen doen om 's nachts door te zeilen. Al met al wilde het juiste vakantie ritme maar niet komen en ook de realisatie dat dit wel iets anders was dan zomaar een vakantie voelde nogal vreemd aan. Bij Langeoog kregen wij een waar spectaculair onweer over ons heen. Onze eerste stop is in de stad Rendsburg in het Noord Oostzee kanaal, waar wij een paar dagen blijven. De aanblik van allemaal groepjes mannen met bolderkarren gevuld met muziek, drank en snacks kwam een beetje vreemd over, maar zij vertelden ons dat ze "vaterstag" vierden, dat is traditie op Hemelvaartsdag in Duitsland. 's Avonds waren de meesten zo blauw als een tientje en luidruchtig. Vanaf Rendsburg is de wind iets sterker en uit een gunstiger hoek, dan op de Noordzee, zodat onze volgende bestemming Ystad wordt. Ondanks dat Hennie mij verschillende keren beweert dat we geen haast hebben, wil ik voldoende mijlen maken om op te kunnen schieten. Waarom? Misschien om alles te kunnen zien of omdat ik ook nog niet het trage tempo van een wereldreiziger erop na kan houden.
Ystad, Uitklippan en Gotland
In Ystad zijn wij op de motorfiets aan het toeren geslagen om de omgeving te verkennen. Het weer zat de eerste dag niet mee. We hebben veel regen onderweg gehad en kwamen dan ook kleddernat en koud weer op de boot aan. De tweede dag was wel koud, maar zonnig. Ystad is een prachtig oud, maar levendig stadje, met een goede haven. Het enige wat hier ontbreekt zijn terrasjes met goed bier tegen acceptabele prijzen. De volgende bestemming was Visby op het eiland Gotland, met een tussenstop op Utklippan dat een begrip is in zeilerskringen. Ystad uit ging strak aan de wind, eerst zuid en daarna oost, met een leuk windje van 4 a 5 Bft. In het Bornholmsgat kwam hier nog iets bij, het was inmiddels etenstijd geworden, zodat Hennie pizza moest bakken in een slingerende stuiterbak. Tegen de avond nam de wind sterk af en kwam van achteren. Meestal zetten wij dan de elektrische stuurautomaat op, maar nu bleek de tandriem daarvan geknapt te zijn, zodat reparatie eerst noodzakelijk was. De volgende morgen voeren wij Utklippan binnen. Het is een leuke binnenkom uitgehakt in de rotsen. Je ligt er beschut en met een roeibootje kun je naar het volgende eilandje met de vuurtoren, restaurant en museum. Maar alles is vervallen behalve de vuurtoren. Op een rots nog wat naar het zuiden was een zeehonden kolonie. Door de zachte wind kwam hun geur ook samen met hun gehuil onze kant op. Dus als het restaurant wel open zou zijn geweest dan verging de lust tot eten je wel. Uitklippan was apart, maar niet bijzonder. De volgende dag zeilden wij verder richting Gotland. De wind was ons gunstig gezind en wij zeilden op de halfwinder. Later draaide de wind iets en werd het grootzeil en de genua gehesen. 20 Mijl voor Gotland ging de halfwinder weer omhoog om onze snelheid bij de afgezwakte wind weer op te vijzelen. Wel knapte de spinakerboom bevestiging van de mast af, misschien iets te lang doorgegaan met de halfwinder bij teveel wind, maar ja snelheid geeft wel een kik en het houdt ons bezig. Visby is een geweldig mooie Middeleeuwse stad. Ooit een van de rijkste Hanzesteden. Vanaf 5000 jaar voor onze jaartelling was Gotland al bewoond en de bevolkingsdichtheid was voor die tijd hoog. In de Vikingtijd was Gotland de springplank voor de verovering en handel met het Russische rijk. Via de rivieren in Rusland kwamen zij in contact met het Byzantijnse rijk en met de Arabieren. Gotland werd stinkend rijk van de handel. Er zijn, tot nu, al over de 450 zilverschatten gevonden uit die tijd. In Visby hebben wij een auto gehuurd en zijn het hele eiland rondgereden. De motorfiets bleef ingepakt want ik had een zeer dikke knie, ik leek wel het paard van de schillenboer, het was in ieder geval erg pijnlijk. Gotland is mooi, maar wel een beetje saai. Visby heeft zijn middeleeuwse karakter zo goed behouden, inclusief de oude stadswal, doordat de Denen het eiland in 1361 plunderden en in bezit namen. Toen de Hanzestad Lübeck ook nog eens in 1525 Visby plunderden was het helemaal gedaan met de voorspoed en werd het een achtergebleven en verarmd gebied. Na 4 dagen Gotland scheepten wij in en zeilden naar het scherengebied van Stockholm.
Stockholm
Na 16 uur varen kwamen wij midden in de nacht aan in de prachtige, moeilijk aan te lopen baai, Rassavikar. Je bent er omringd door een woeste natuur. Onze geplande BBQ ging niet door vanwege een geweldig onweer met dikke hagelstenen. Er stond een stevige Noorderwind toen wij de volgende dag in Nynäshamn aanlegden. Nynashämn als stad viel ons tegen. Het enige hoogtepunt was de visrokerij. De volgende stop stond gepland in Napoleonviken, een van de mooiste ankerbaaien op 3 uur varen van Stockholm. Hier blijven wij 3 dagen liggen om het logboek en andere zaken bij te werken. Onderweg was de roller van onze rolfok gebroken en het is erg vervelend als wij de rolfok niet weg kunnen draaien als dat nodig is. Er moesten 6 gebroken tapeinden uitgeboord worden en nieuwe draad tappen, dit gaat zonder werkplaats een stuk moeilijker, maar het is weer gelukt. Het reizen op een zeilschip is toch vaak een aaneenschakeling van reparaties. Nee, vervelen doen wij ons niet en zo langzamerhand beginnen wij ons een beetje thuis te voelen in deze nieuwe situatie.
Terwijl wij in het mooie baaitje van Själbottna voor anker liggen, giert een windkracht 6 door de ons omringende bomen. Gisteren zijn we in de stromende regen hier naartoe gezeild, totdat wij in een smal stuk recht tegen de wind in moesten kruisen, de motor ging aan want zeilen en kruisen is leuk, maar niet in de regen. Wat betreft het weer worden wij verwent, het ene na het andere koude record wordt gebroken. Dit is een vervelend gevolg van het sterke hoge druk gebied dat zich tussen IJsland en Noorwegen bevindt en het laag boven Karelië, het Fins-Russisch grens gebied. Hierdoor ontstaat een koude noordelijke lucht stroom, en dit zal nog wel even duren dus hebben wij onze voorgenomen reis-volgorde gewijzigd en gaan wij straks eerst naar de Ålands eilanden. Tijdens de trip van Napoleonsviken naar Stockholm was het ook al regenachtig, het is jammer want dan ziet alles er veel triester uit, ondanks de mooie kleurrijke houten huizen op de oevers van de scheren.
In Stockholm lagen wij in Skeppsholmen, waar in het verleden schepen werden gebouwd. Hier lig je precies tegenover Gamla Stan (de oude stad) en het koninklijk paleis van koning Karel Gustav en koningin Silvia. Aan de andere kant van Skeppsholmen keken wij uit over Djurgården, een prachtig natuurpark met diverse landhuizen, maar ook met Skansen, een openlucht museum waar allerlei oude gebouwen uit het verleden van Zweden zijn samen gebracht. Hiernaast bevindt zich Gröna Lunds Tivoli, een pretpark met achtbanen, stoomhamers en een reuzen carrousel, ook vond de directie het nodig, ter verhoging van de feestvreugde een geluidsbandje met gillende meiden mee te laten draaien, tot vervelends toe steeds weer opnieuw. Verachtelijk vermaak in mijn ogen. Het prachtige museum van de Wasa, een compleet opgedoken 16e eeuws oorlogsschip, bevindt zich ook op Djurgården. In het Aquarium, waar wij een bezoek aan brachten, hebben biologen een kunstmatig meertje gemaakt die verbonden is door middel van vistrappen met de scheren, vervolgens hebben zij hier jonge zalm uitgezet die nu na jaren inderdaad weer terug keert om hier kuit te schieten. Dit is een opmerkelijk resultaat dat de natuurlijke kringloop op deze wijze is begonnen en aanslaat bij de zalm. Helaas moeten wij in oktober-november zijn om deze terugkerende zalm de vistrappen op te zien springen.
In Skeppsholmen zagen wij ook een bekende boot liggen, de Ragnar, clubgenoten van WSV Makkum. Natuurlijk moesten wij 's avonds even verhalen uitwisselen met Han en Riet Bonnen. Dit keer hebben wij de motorfiets ingepakt gelaten en alleen de gewone fietsen op de kant gezet, maar zelfs voor fietsers is het verkeer een chaos. Toch een raar gezicht dat vrijwel iedere Zweedse fietser een achterlijk helmpje op zijn kop heeft, dat geeft je weinig vertouwen in hun fietscapaciteiten.
Tegenover ons lag achter het Wasa museum, de eerste in 1915 gebouwde stoom ijsbreker van Zweden, de Sankt Eric. Het is een formidabel schip met twee gigantische grote stoommachines. De boot is tot eind jaren 70 in gebruik geweest en ziet er geweldig stoer en goed onderhouden uit en je mag overal kijken. Verderop was een grote hal met allerlei pleziervaartuigen uit vroegere tijden die allemaal gerestaureerd waren of werden. Dit bootjes spul was allemaal onderdeel van het Zeehistorisch museum, waar we een paar dagen later op de fiets terecht kwamen. Het is niet onze bedoeling om alle 85 musea van Stockholm te bekijken, dat zou wel erg vervelend worden. De stad Stockholm leeft en er is overal wel wat te doen, dit viel ons twee jaar geleden al op, maar nu waren er zeer veel schooiende bedelaars uit Roemenië zeer irritant aanwezig, hier willen wij absoluut niets aan geven, wel aan de muzikanten die her en der hun best stonden te doen, mits wij de muziek kunnen waarderen. Dan het winkelen, zwalken wij de hele dag door de binnenstad en kopen hier en daar wat, de boeken hier zijn net als het bier veel te duur, dit is volgens mij winkelen. Maar wat hoor ik thuis? Dat het winkelen met mij geen winkelen is want Hennie heeft niets aangepast, wat volgens mij ook niet nodig is als je waarschijnlijk toch niets koopt. Dan moet ze de volgende keer maar alleen! Wat volgens Hennie geen straf is.
Twee jaar terug zijn we met Lars en Heleen, vrienden van ons, midzomernacht wezen vieren in Skansen, het openlucht museum. Deze keer gingen wij met z'n vieren naar Vinterviken, een park in een buitenwijk van Stockholm. Dit was het terrein van de voormalige dynamiet fabriek van Alfred Nobel, tegenwoordig een openlucht theater en een volkstuinencomplex. De viering hier, dansen om de boom onder begeleiding van muziek en het picknicken was in grote lijnen hetzelfde idee als twee jaar terug in Skansen. In de avond genoten wij het traditionele midzomermaal bij Lars en Heleen thuis. De volgende dag zijn wij met ons vieren naar het 70 kilometer zuidelijker gelegen Mariefred gereden waar het slot Grippsholm ligt. Dit slot stamt uit de 16e eeuw en verkeerd in uitzonderlijk goede staat. Het herbergt een enorm aantal schilderijen van grootheden uit de gehele Europese geschiedenis. Na afloop van de bezichtiging toen we in het slot paviljoen aan het bier zaten, spraken wij af dat we deze avond met z'n vieren ter afscheid in een typisch Zweeds eethuis zouden gaan dineren. Het eten voor mij was rendier vlees, terwijl Hennie zich toelegde op een stuk zalm. Na afloop belanden wij met ons vieren op een verwarmd terras, waar nog enige irish-coffee's soldaat werden gemaakt. Het is erg gezellig om zo enige dagen met elkaar op te trekken, volgend jaar met de paasdagen gaan wij thuis in Nederland voor hun een maaltijd bereiden, wij moeten natuurlijk wel revanche nemen voor de goede zorgen.
Voor nu moeten wij verder, anders halen wij het uiterste noorden van de Botnische golf niet op tijd. Wij komen terecht in Waxholm, 20 kilometer ten noordoosten van Stockholm. Dit is een betere haven dan Skeppsholmen, zodat wij konden douchen, wassen en water tanken. Waxholm is een vestingstadje dat gesticht werd door Gustav II Adolf ter verdediging van de toegang naar Stockholm, nadat hij in 1643 Stockholm tot zijn hoofdstad had gemaakt. Verder was het niet z'n interessante stad op het fort na, zodat wij al na een dag weer verder trokken en zodoende in een prachtige baai op Själbottna liggen omringd door wilde ruige bossen.
Åland
Vanuit onze ankerplek in Själlbottna zijn we, met een licht oosten windje, met de Walkura naar ons voorlopig laatste eiland in het Zweedse scherengebied gedobberd, het eiland Arkholma. De reden hiervoor is dat wij met de nog steeds aanhoudende noordelijke windrichting, morgen over steken naar de Åland eilanden. Zodat we daarna afhankelijk van de winddraaiing, naar Finland zeilen, of weer terug naar Zweden, maar dan meer in noordwaartse richting de Botnische golf in. Arkholma is in feite een groot natuurgebied, zoals de meeste onbewoonde scheren eilanden. Op de wild begroeide rotsklomp verwacht je ieder moment, dat er trollen of elanden je pad kruisen, helaas vonden we er alleen maar drollen van elanden. Om 7 uur in de morgen zijn we met de oversteek begonnen, gelukkig stond er een leuk windje uit het noorden (5 Beaufort). Met de Windpilot op liep de Walkura als een speer. De wind nam langzaam nog iets toe, tot wij ontdekten dat wij dreigden te worden ingehaald door een andere zeilboot. Dit vroeg om maatregelen! Rif eruit en windpilot weg, er gaat tenslotte niets boven de baas zelf, de snelheid liep op tot 7,5 knoop, het water spatte uiteen voor de boeg en de belager verdween weer in de verte achter ons. Natuurlijk is dit een kinderachtig spelletje, maar zo heb je wat te doen en je moet niet vergeten dat als twee of meer zeilboten dezelfde koers varen, je al gauw een wedstrijd hebt. Mariehamn; de hoofdstad van de Åland eilanden is vanuit het westen gemakkelijk aan te varen. Eigenlijk is dit een groot scheren gebied dat bij Finland hoort, maar dat een zekere mate van autonomie geniet. De taal is een soort Zweeds met een beetje Duits. De stad zelf viel ons tegen, erg saai en ongezellig. Mariehamn is gesticht door de Russische tsaar Alexander II, in het jaar 1861, en genoemd naar zijn vrouw, Maria. Tussen Rusland en Zweden bestond eeuwenlang rivaliteit, de stad was dan ook een Russisch marine steunpunt. Wat wel heel mooi was hier, is het scheepvaart museum, met een goede uitleg over de zeevaart en de opkomst van de vele reders die de Åland eilanden in de 19e en begin 20e eeuw herbergden. De tijd van de grote zeilvaart met de Windjammers. En als kers op de taart, lag er voor het museum een van de laatste, goed geconserveerde, zeil mastodonten. De 4 mast windjammer de "Pommern". Deze boot is enorm van afmetingen, de vracht die gestouwd kan worden is gigantisch. Op de boot werkten ongeveer 30 man en met een snelheid van rond de 20 knopen, doorkliefde het de wereld zeeën. Dit soort schepen waren zeer goed in staat te concurreren met de net opgekomen stoomschepen. Helaas voor deze koningen van de zeilvaart werd het Suez kanaal en later het Panama kanaal gegraven. Hiermee was het pleit beslecht in het voordeel van de gemotoriseerde schepen. Aan de oostkant van Mariehamn lag ook nog de oude stoomvracht boot, 'de Jan van Nieveen' uit Lemmer, het is nu een restaurant schip met te duur bier, maar 30 jaar terug voer het nog geregeld over het IJsselmeer. De Åland eilanden schijnen een taxfree gebied te zijn, maar het prijs niveau van echt alles is achterlijk hoog, dus vraag ik mij af wie er dan zoveel aan moet verdienen, als de belasting 0,0 is. Als wij hier gaan rond toeren met de motorfiets, zoals ons plan was, dan kunnen wij maar beter ons faillissement nu al aan gaan vragen. Wij besluiten nog een paar eilanden te gaan bezoeken en dan weer noordwaarts te zeilen.
Harnösand
Met een licht windje uit noordoostelijke richting keerden wij eind juni weer terug naar Zweden. De bedoeling om bij Örskär te gaan ankeren mislukte vanwege teveel stenen die niet op de kaarten stonden aangegeven, dus gingen wij door naar het 120 mijl noordelijker gelegen Härnösand, de inmiddels oosten wind was flink in kracht toegenomen, ideaal om even flink op te schieten in de goede richting, wat wel betekende dat we een nacht door zouden zeilen. Dat die stenen geen nieuw probleem waren rond Örskär, bewijst het volgende verhaal. In het jaar 1877 is hier tijdens het Jul feest (kerst), een boot met 15 inwoners van Örskär, die een kerkdienst hadden bezocht op het naburig eiland Gräso, op een rots geklapt en gezonken. Zo zie je maar dat het gevaarlijk is om naar de kerk te gaan en om hier te ankeren. Zoals heel vaak zit het venijn in de staart en ja hoor de wind nam toe(6 Bft) en draaide in noordelijke richting zodat wij de laatste 30 mijl moesten gaan kruisen in een ruwe zee. Na 34 uur kwamen wij eindelijk aan, om 6 uur in de avond. Om onszelf te verwennen maakten wij Biefstuk met gebakken aardappelen en salade, voeg hier nog een aantal drankjes bij en het koningsmaal was compleet.
In de omgeving van Härnösand wilden wij een aantal zaken gaan bekijken. Het Ångermanälven dal, dat diep het land insnijdt is heel erg mooi, met diverse watervallen. Maar wat ons het meest trekt, zijn de 2600 rots graveringen bij Näsäker, 130 km het binnen land in. Op de rotsen naast de waterval van Nämforsen zijn vanaf 6500 jaar geleden door de bewoners tekeningen ingegraveerd. Het is net of je met hun kunt praten, maar hier ga ik later nog wel een stukje aan wijden op deze website. Om deze plaats te kunnen bereiken werd de motorfiets weer tot leven gewekt en trekken wij twee dagen door het rivier dal. De eerste dag zat het ons niet erg mee want er vielen wel erg veel buien. Om te schuilen kwamen wij in een typisch Amerikaans weg cafetaria terecht uit de jaren 60, het zou niet misstaan in de film Saturday's night fever, hier bestelden we echte hamburgers en milkshakes. Het valt trouwens op hoeveel oude Amerikaanse auto's hier rond rijden, echt een rage. Bij de tweede bui vonden wij beschutting onder de fundamenten van een oude boeren schuur, en als ik zeg 'bui' dan bedoel ik geen lullig buitje, maar een twee uur durende hoosbui met een enorm onweer. De lol was er nu wel af, dus gingen wij overnachten in Sollefteå, in hotel Appelberg. De volgende dag werd de reis in eindelijk zomerse omstandigheden hervat. Härnösand is een erg leuke en levendige plaats, waar we ons niet hebben verveeld, te meer omdat ik nog een lekke dieseltank moest repareren, waarvoor de halve boot moest worden afgebroken, maar uiteindelijk is ook dat weer gelukt. In de omgeving kun je ook erg mooie 'trails' lopen in de wildernis, hetgeen behoorlijk vermoeiend is, het is 15 km klunen zonder schaatsen.
Na 6 dagen in Härnösand, moesten wij echter weer verder en tegen de wind in zochten wij het hoge noorden op, hier en daar even ankeren of aanleggen. Gisteren bijvoorbeeld bij het prachtige eiland Trysunda. Maar wat wel jammer is, is dat ze de haven hebben uitgebreid en vernieuwd, met subsidie van de Europese Gemeenschap, van ons zelf dus, en dat je nu het dubbele aan havengeld kwijt bent! Vandaag houden wij rust in een haventje en baaitje van Järnäshamn, waar we met vrienden ,Henk en Hilda Haak, die we er tegenkwamen konden bijpraten onder het genot van een hapje en een drankje. De kip salade die ze op de Båtklubb serveerden waren erg goed. Tot diep in de nacht zaten wij in de kuip, je zag de grondmist uit het water omhoog kruipen en het avondrood van de ondergaande zon gaat naadloos over in het ochtendrood van de zonopkomst. Het enige minpuntje is dat de vliegen ons als lekkernij hebben uitgezocht.
Boven in de Botnische Golf
Wij zijn bijna bij de 65e breedtegraad, waar wij de eilanden van de poolarchipel binnen zullen zeilen. Alvorens hebben wij een momentje van rust in een piepklein haventje, een voormalig loods station, op Gäsören. Het eilandje is gevormd als een eindmorene van een gletsjer uit de ijstijd. Het oude loods station, de vuurtoren en de loods woning waren te bezichtigen, ook kwamen wij in gesprek met twee heel aardige Zweden, zij hadden hier een heel mooi idyllisch buitenhuisje gecreëerd uit enkele oude hutjes, die ze vol trots aan ons lieten zien, een schitterende plek. Zo mooi als het kleine Gäsören was zo vervelend was de stad Skellefteå, je lag met de boot in de industrie buitenhaven en nadat wij met de bus in de 15km verder gelegen stad waren aangeland viel die zwaar tegen, zelfs het museum was dicht. In de hele regio van de Botnische golf hebben alle steden hetzelfde probleem, zij zijn ooit aan de kust aangelegd rond de haven, maar door de bodemstijging van ongeveer 1cm per jaar zijn ze nu allemaal ver in het binnenland gesitueerd. De nieuwe havens en bijbehorende industrieën zijn allemaal aan de kust gevestigd in diep water, over twee eeuwen zal er weer enige kilometers meer land zijn drooggevallen. Als je vanuit zee een haven aanloopt is het silhouet dat van een industrie gebied, de stad ligt erachter verscholen. Na met gunstige wind uit Skellefteå te zijn vertrokken hoorden wij al enige keren een diep gerommel bij een stralend blauwe lucht en na 6 uren leuke wind was het plotseling gedaan met de wind. Een zeer dreigende lucht die op land was gevormd door de opstijgende warme lucht ging nu ons zeilleven verstoren. Uit voorzorg namen wij alle zeilen weg, want bij dit soort buien en rolwolken hoorde zeker een enorme wind, maar ook hier kwam niets van en na een forse regenbui met onweer konden wij weer verder de poolarchipel binnen zeilen.
Bij het eilandje Kluntarna vonden wij een heel mooi beschut baaitje waar wij gingen ankeren. Met de rugzak op hebben wij het gehele eilandje verkend, veel gebaande paden zijn er niet en 1200 jaar geleden zal het geheel nog onder de waterspiegel hebben gelegen op een aantal rotspunten na. Het eiland wordt vanaf 1500 gebruikt voor de visserij, waarvan het oude dorp als vage ruïne nog getuigd. Tegenwoordig zijn er een aantal buitenhuisjes verstoken van alle nuts voorzieningen, echter wel mooi om een baaitje heen gelegen. Van een aardige inwoonster van een dergelijk onderkomen kregen we te horen dat ze hier in de winter op de snow- scooter heen konden over het ijs, alleen was het dan te koud om hier lang te verblijven. Kluntarna lag 14 mijl van Luleå en voor de kust van het eiland lag een grote Bulk carriër voor anker, die geladen werd door lichters die het ijzererts vervoerden naar het schip, ik veronderstelde dat de haven van Luleå te ondiep was, maar dat bleek niet het geval te zijn, maar het haven geld was absurd hoog. Op termijn zal de haven toch moeten worden uitgediept waarvoor ze nu het havengeld alvast hebben aangepast. Het is heel jammer dat wij niet alle plaatsen kunnen bezoeken in een gebied dat heel erg mooi is, maar als we ergens zijn blijven we er wel langer.
Het volgende eiland dat we aandoen is Seskärö. Dit eiland is verbonden met de kust door een brug, die bij de baai van Haparanda Hamn uitkomt 5km verderop. Haparanda Hamn gaan we maar niet heen want het is een haventje van niks ergens in de' middel of nowhere', ondanks het feit dat dit de noordelijkste haven van de Botnische golf schijnt te zijn en 'men' vindt dat je hier geweest moet zijn. Van onze Finse buren in Seskärö hoorden wij van een aantal veilige routes door de pool archipel naar Kemi, dat wil zeggen dat de stenen hier op voldoende diepte liggen zodat we de boot heel kunnen houden. Kemi wordt onze eerste havenstad in Finland. Mede door onze Finse zeilburen, die het juiste telefoonnummer konden krijgen van een Hertz verhuurbedrijf, konden wij bellen om een betrouwbare auto te huren, waar wij een rondreis door Lapland mee wilden maken. Het eiland Seskärö was tot een aantal jaren terug nog een druk centrum van de houtindustrie, maar de enorme fabriek was gesloten en lag er spookachtig verlaten bij. Het dorpje was een beetje ingedut, de meeste mensen werkten in Haparanda, hoewel er nog wel enige vissers waren die, hoewel ze een beetje onvriendelijk waren, wel heel erg lekkere gerookte zalm verkochten voor weinig geld, volgens ons de beste die wij ooit geproefd hadden. De paar dagen die wij op Seskärö verbleven waren wij er vaste klant. Op 21 juli kwamen wij in de Finse havenstad Kemi aan. Rond de haven is het een drukte van belang, een soort oldtimer auto show met life muziek en heel veel terrasjes die vol zitten en veel flanerende mensen over de kade, het leven speelt zich in de zomer af rond de haven, wat een entree.
Lapland
Maandag morgen vertrokken wij met onze schone witte gehuurde Toyota avensis stationwagon voor onze rondreis door het land van de Samen, Lapland. Wij wilden ons een beeld vormen van de Samen cultuur en het landschap in het hoge noorden. In de auto konden wij overnachten, dit hebben we maar een keer gedaan halverwege een berghelling in het wintersportgebied van Pyhatunturi, de rest van de nachten huurden wij blokhutten. Wij probeerden de eerste nacht zo hoog mogelijk op de berghelling te komen omdat je daar minder last van allerlei steekgespuis hebt, helaas kwamen wij met de auto slechts halverwege zodat Hennie een netje om haar hoofd droeg bij het barbequeën en ik met spuit gif de vliegen van mijn lijf kon houden, In het poolgebied zijn er zomers altijd veel vliegen. Bij het passeren van de poolcirkel op 66.32,35 NB, was het Kerstman dorp gesitueerd. Ondanks het feit dat het erg toeristisch was, kon het ons zeker bekoren, de rendierhoeders cultuur kwam hier goed voor het voetlicht. Voor de souvenirs hadden wij minder belangstelling, maar in een vreemd rariteiten winkeltje kon ik een elanden gewei niet laten liggen voor maar €50,00. Even verderop was zoiets €450,00, dus een koopje en een mooi souvenir. Het viel ons op dat er in Lapland enorm veel bossen waren, meer dan we verwacht hadden. De steden die wij doorkruisten bestonden uit een grote verzameling winkels, overheidsgebouwen, garages en vele andere voorzieningen, bewoners hadden de steden nauwelijks. Het waren duidelijk plaatsen gericht op de regionale voorzieningen voor de wijde omgeving, gesitueerd op kruispunten van wegen. De bewoners waren verspreid over het hele gebied. Bosbouw, rendierteelt en veeteelt waren met visserij en toerisme middelen van bestaan. Hier en daar behoorde mijnbouw ook nog tot de mogelijkheden. Overal in dit gebied liepen de rendieren vrij, ook over de wegen, het was dus opletten, want die sukkels zwalkten met hun dronkenmansgang zomaar voor je auto langs. Eenmaal per jaar worden ze bijeengedreven en gemerkt door de eigenaars, een aantal worden er dan geslacht voor de inkomsten en daarna mogen ze weer vrij rondlopen tot het volgende jaar. De oude Samen cultuur en gebruiken worden hoofdzakelijk nog voor toeristische doeleinden benut. De bevolking in dit gebied heeft een hoog levenspeil en ons idee van een soort wildernis moet dan ook danig worden bijgesteld. De hoofdwegen lopen als lange asfalt linten door het oneindige berken en dennenbos en verbinden de diverse steden. In Inari hebben wij een groot Samen cultuurcentrum bezocht, hier bevindt zich ook hun parlement, want zij hebben een soort autonome status binnen geheel Scandinavië. De omgeving langs de weg van Ivalo naar Inari was van een wonder schone aanblik en de route van Inari naar Muonio aan de Zweeds-Finse grens ging voor het grootste deel over een soort gravel pad, door een praktisch onbewoond gebied, deze ruim 100 kilometer was dan ook geen hoofdweg, onze spierwitte Toyota begon door het vele stof een behoorlijk bruine kleur te vertonen. Ik wil nu ook wel geloven dat er veel toonaangevende rally rijders uit Finland komen. Na nog een overnachting in een blokhutje aan de grens rivier in Muonio, ging het laatste traject langs de Fins- Zweedse grens rivier naar Haparanda en Tornio. Ten zuiden van Muornio bevond zich een oude kopermijn, in deze desolate streek was zoiets een compleet zelfvoorzienende aangelegenheid. Boerenbedrijven, smederij en houtverwerkende industrie enzoverder, men had hier slechts enkele maanden per jaar mogelijkheden tot vervoer, de rest van het jaar was men ingesloten in een geïsoleerde poolvlakte.
Nu wij beurtelings door Finland en Zweden zuidwaarts rijden valt ons het verschil in de dorpen op in beide landen, in Zweden is een dorp ook echt bewoond en daardoor veel gezelliger in onze ogen. Met de bewoners heeft deze constatering niet zoveel te maken, want in Sodankylä kwamen wij spontaan met een echtpaar in gesprek, zij waren Samen en genoten nu van twee weken vakantie, bijna hun hele geschiedenis werd ons verteld, heel gezellig en met een stevige omarming namen wij afscheid. Het is vreemd dat zoiets kan ontstaan in een half uur. De Samen die verdeeld zijn over alle Scandinavische landen en Rusland, zijn een zeer open volk. Ten noorden van Haparanda was in de Tornio rivier een zeer lange lage waterval, hier werd driftig met grote rubberboten tussen de schuimende rotspunten door gemanoeuvreerd. Na 4 dagen en 1200 autokilometers, waren wij blij weer in Kemi te zijn, met zijn bruisende stads en haven leven, hier konden wij weer op adem komen, hoewel dit weekend heeft een motorclub een evenement met hardrock muziek, dus zullen wij op zee wel weer uitrusten.
Kemi
De trektocht langs de Finse west kust is bijna ten einde, morgen gaan wij door de Finse scherenkust naar de Finse golf op weg naar nieuwe avonturen, maar daarover later meer. Het zeilen in de Botnische golf is een aparte gewaarwording, het is veelal licht windig weer met hoofdzakelijk wind uit de zuid en noord richting en je begrijpt wel dat als wij naar het zuiden moeten dat dan de wind uit die richting blaast. Meestal zeilden wij door tot de zeilen gingen flapperen en de snelheid de 1.5 knoop naderde, daar beneden ging de motor aan. Op deze wijze hebben wij er nog een dik honderd liter diesel doorgejaagd helaas. Het golfpatroon in de Botnische golf voldoet vaak niet aan ons idee van hoe ze zouden moeten zijn, meestal te hoog voor de weinige wind die er staat. Dit is vooral vervelend als de motor aan moet bij gebrek aan wind, dan zetten wij het grootzeil midscheeps vast om het schommelen te dempen. Het weer op deze hoge breedten is een verhaal apart, meestal is het warm met later op de dag wolken vorming, dan zie je de bloemkolen omhoog rijzen aan de horizon en soms verschrompelen ze ook weer. Als je dan zoiets op je af ziet komen inclusief gedonder en bliksem, dan bergen wij de zeilen uit voorzorg, maar op de Botnische golf hebben wij hier nog geen wind van betekenis uit gehad, wel regen en soms zo dicht dat je de boeg van je eigen boot nauwelijks nog kon zien, wat een waterhoos. Als je zoiets overkomt in een moeilijk stukje vaarweg met veel rotsen links en rechts, dan gooien wij het anker maar even uit zoals ons over kwam bij het binnen varen van de prachtige stad Rauma. Groot was onze verbazing dat bij het ophalen van het anker na de regenbui een grote kei tussen de vloeien van het anker zat geklemd. Ik ben een half uur bezig geweest om het projectiel te verwijderen. Maar ach zulke zaken horen er nu eenmaal bij.
Vanuit Kemi zijn wij met licht weer, in tropische hitte en met donderkoppen boven het land naar Marjaniemi gesukkeld, om twee uur in de nacht doemde het vissersplaatsje op in de nevel die over de zee lag. Het plaatsje is voornamelijk toeristisch geworden en dat spreekt ons niet zo aan, op het moment dat er weer een beetje wind kwam werd de reis voortgezet naar Raahe. Na een laatste eindje zigzaggend tussen rotsen en ondieptes door, lagen wij uiteindelijk prinsheerlijk en pontificaal in het centrum achter een jazz café. De volgende morgen was op de open ruimte achter het café een circus zijn tenten aan het opslaan, de voorstellingen begonnen om 5 uur en na de laatste voorstelling werd er direct met inpakken begonnen zodat twaalf uur 's nachts alles alweer weg was, heel opmerkelijk. Veel steden in Finland zijn gesticht door de Zweden die hier eeuwen lang de baas waren, zij wilden handelsposten om de rijkdommen van het land te kunnen benutten en deze zo nodig als militair steunpunt gebruiken. Na een paar genoeglijke dagen in Raahe, of Brabestad zoals het Zweeds sprekende deel van de bevolking zegt, gingen wij naar de volgende bestemming, Pietarsaari of Jacobstad. De steden hier hebben allemaal twee namen aangezien een belangrijk deel van de bevolking nog Zweeds spreekt. Na veel zeilaanpassingen als gevolg van de onstabiele lichte wind, ach je blijft bezig, kwamen wij alweer midden in de nacht de haven binnen. Nu moet je wel bedenken dat dat hier een vorm van schemering is, donker hebben wij het vanaf Gotland niet meer gehad. In het havengebied was een enorme drijvende bok met een gigantische graafmachine erop bezig de havens uit te diepen, met een zandzuiger begin je hier niet veel. Eventueel boren ze een gat in een blok steen en met een springlading vergruizen ze de weerbarstige steen.
Pietersaari
In Pietarsaari hebben wij weer een rondrit met de Yamaha gemaakt door de Finse dreven. Ook had ik nog een lastig klusje, in de stuurboord diesel tank zat te veel sludge, het resultaat van biodiesel in combinatie met condens water, hierdoor raken alle filters verstopt en slaat de motor af, zoals je kunt verwachten gebeurd dit op de meest onwelkome momenten. Gelukkig kunnen wij dan vlot overschakelen op de bakboord tank, maar dan moet natuurlijk nog wel het probleem verholpen worden en dat kon alleen als de motorfiets op de kant stond en de bakskist leeg was. Wij hadden de eerste twee dagen wel wat regen te verduren tijdens de rit met de motor en dat is niet zo leuk, maar op de laatste dag kwamen wij iets bijzonders tegen, een Nanoq museum, over de Inuit (Eskimo´s) en de verhalen van alle Poolreizigers, geweldig interessant maar het had op een poolreiziger na niets met Finland te maken. Het hele museum maakte een geweldige indruk en was met liefde gemaakt. Maar net nu gaat onze fotocamera naar de kloten, alle foto´s van het museum pikzwart, vette pech. Valassaaret, de volgende stop is een geologisch paradijsje van zes eindmorene´s achter elkaar uit de IJstijd. Momenteel doet het nog dienst als Radarstation, hier konden wij met de boot afmeren aan een ponton naast een Fins echtpaar. Wij raakten in gesprek en hij vertelde dat hij voor de visserij-dienst werkte, op mijn opmerking dat er hier zelden of nooit zeehonden meer waren, bezwoer hij mij dat het er zeer veel waren waar de vissers een dikke schade post aan hadden in de vorm van kapot gebeten netten........ de vrouw was het nogal oneens met die uitspraak van haar man en ze kregen bijna ruzie, ik vond in ieder geval dat de zeehonden jagers in het verleden goed hun best hadden gedaan. Om het eiland te verkennen zijn wij uren over het eiland gelopen door een geweldige natuur. De stilte die je hier overvalt is overdonderend, behalve op sommige plekken waar het gonst van de miljoenen insecten.
Een van de teleurstellingen van het zeilers leven is dat je met een leuk windje de haven uitgaat, alle zeilen en stuurautomaat bijzet en binnen een half uur doet iemand de ventilator uit. Soms komt de wind weer terug maar nu niet, dus onze bedoeling om Rauma te bereiken lukt niet want met de motor aan slaapt het niet geweldig tijdens het varen en ach ja diesel kost geld en tevens zijn we geen motorboot. Dus tuften we naar het dichtbij gelegen Kristinestad of Kristinaskaupunki. De steden hier in Finland zijn van oudsher van hout gebouwd en in het verleden vaak tot aan de fundering toe afgebrand, maar Kristinestad is een uitzondering op de regel, evenals overigens Rauma dat zo mooi en origineel is dat het is opgenomen in de wereld erfgoed lijst van de Unesco, en dat is geen wonder. Om al dat moois vast te kunnen leggen, hebben we besloten eerst een nieuwe camera te kopen. Via E-mail hadden wij al vernomen dat reparatie een zeer dure klus was (achterlijke wegwerp maatschappij). Met onze twee stalen rossen, de harley trapsons, doorkruisten wij Rauma. De enige reden waarom het geen museumdorp lijkt is dat er gewoond en gewerkt wordt. In het restauratie en bezoekers centrum in een van de oude gebouwen, waren zeer veel foto's van vroeger en het heden, ook kreeg je er uitleg over renoveren en verbouwingen. Dit is een prachtig project dat schijnbaar goed begeleid wordt met raad en daad. Ondanks dat wij de laatste dagen doorlopend onweer hebben gehad 's avonds en in de nacht, is het overdag vaak ruim boven de 24ᵒ geweest.
Rauma
Het laatste traject op Fins grondgebied, al met al zijn we meer dan een maand in Finland gebleven, een geweldig land, een apart land, een groot land ook, nou ja land? Finnen noemen het pas land als meer dan 50% vaste grond is en is er minder land dan zijn het de Finse scheren en daar zeilen wij momenteel tussendoor. Nog geen 100 jaar geleden was Finland een armelijke provincie van het Russische Tsarenrijk en momenteel is het uitgegroeid tot een van de economisch gezondste deelstaten van de Europese Unie. Na jaren lang een soort buffer gebied te zijn geweest tussen Zweden en het Russische rijk, die hier dus ook hun geschillen kwamen uitvechten, tot meerdere ellende voor het Finse volk die daar dan de wrange vruchten van konden plukken. Mede door deze oncomfortabele positie werd het nationalisme aangewakkerd om een eigen staat te stichten. Toen de eerste Wereld oorlog in Europa ontbrandde en Lenin aan de macht kwam in Rusland, grepen de Finnen hun kans, met een beetje hulp van Duitsland en toezeggingen van Lenin kregen zij hun zelfstandigheid. Na een korte maar hevige burgeroorlog tussen links en rechts werd Finland een liberale republiek. De USSR oefende echter voortdurend druk uit op de Finnen om het land weer aan zich te binden, dit escaleerde in de Winter oorlog van 1939 tot 1940 waarin Rusland, gesteund door de geheime overeenkomst met Hitler Duitsland (het Molotov-von Ribbentrop pact), na een deel van Polen, geheel Litouwen, Letland en Estland, ook Finland in wilde lijven, maar door de geweldige onverwachte tegenstand van de Finnen o.l.v. generaal Baron van Mannerheim, is dit plan mislukt. Bij de gedwongen vredesbesprekingen moesten ze gebied inleveren aan de USSR. Want de Finnen waren te uitgeput door de heroïsche winteroorlog om verder te vechten. Toen in 1941 Hitler zijn aanval op de Sovjetunie lanceerde, zagen de Finnen een laatste kans om hun verloren gegane gebieden weer terug te krijgen door met de nazi's mee te vechten, en Leningrad aan te vallen. Nadat Hitler in 1944 werd teruggedreven staakten de Finnen hun strijdt. Na het einde van de tweede Wereldoorlog hadden de Finnen ten koste van zeer veel gesneuvelde soldaten en schade hun bestaansrecht bevochten en hun onafhankelijkheid gewonnen. De herstel betalingen die aan de USSR gedaan moest worden zorgde voor een actief industrialisatie beleid. Urho Kekkonen heeft Finland zeer kundig tussen de rotsen van de koude oorlog heen geloodst en zo Finland een grote dienst bewezen. In onze ogen verdienen de Finnen respect voor hun grootse daden.
Vanaf Rauma zijn wij, nadat we buiten de rotsen en moeilijke vaarwateren kwamen geheel prettig zeilend naar het 35 mijl verder gelegen eiland Katanpää gegaan. Wel moest ik nog even, aangezien wij strak aan de wind zeilden, de cunningham hole van ons grootzeil doorzetten, want de jeugdige strakheid van de zeilen liet na tien jaar toch iets te wensen over, bijna tijd voor een set nieuwe zeilen. Aangekomen in het baaitje van Katanpää gingen wij aan een anker bol liggen want het kleine steigertje lag helemaal vol met Finnen, het was namelijk weekend. Het eiland ligt in de scheren tussen Uusikaupunki en de Ålandseilanden. En wat blijkt? Het is een soort duivelseiland, waar gevangenen tussen 1930 en 1940 straatklinkers moesten kappen uit graniet, 80 stuks op een dag, 6 dagen per week. Over geheel Europa werden ze verkocht- misschien zou onze Nederlandse justitie ook zoiets kunnen overwegen, maar dit even terzijde. Het eiland was tot de Finse onafhankelijkheid een deel van de Russische kust verdediging. In het hoofdgebouw op het eiland zetelde toen een commandant van de staatspolitie die toezicht en controle moest houden op de loyaliteit van de gewone soldaat aan de tsaar. Hij woonde hier met zijn vrouw, maar na een flinke ruzie onder invloed van teveel drank sloeg hij haar dood en dumpte het stoffelijk overschot in een waterput. Een leuk eiland. Wij stonden voor een dilemma, de volgende dag 60 mijl hoofdzakelijk motoren of drie dagen vastzitten op Duivelseiland vanwege stormachtige wind. Wij gingen dus maar op pad om naar het prachtige eiland Björkö aan de zuidkant van de Finse scherenkust te gaan, het eiland bezit een werkelijk prachtige beschutte ankerbaai die te bereiken is via een smalle ondiepe toegang (2.65). Toch werd de wind de volgende dag nog zo hard dat er zelfs in het baaitje een stevige bries stond, onze buurman die op Scandinavische wijze met een hekanker uit aan de rotsen lag moest moeite doen om vrij te blijven van de rots tijdens vlagen, op het laatst had hij zelfs zijn motor bijstaan. Wij dreven echter mooi achter ons eigen anker in het midden van de baai, de volgende dag zijn wij met de bij boot naar de kant gegaan om een trail te lopen, deze liep om een soort omhoog gekomen binnen meer. Overal vind je hier kleinere en grotere depressies die zich over de eeuwen heen langzaam vullen met begroeiing totdat er voldoende bodem is ontstaan voor wat bomen. Het is mooi om te zien hoe het eiland zich langzaam weer verheft uit de zee en als er geen IJstijd meer komt zal het nog ongeveer 700 meter de hoogte inschieten. De geplande BBQ ging niet door want in de loop van de middag was het weer een en al regen en wind, wat ook niet door ging was mijn maandelijkse douche beurt want de waterzak die warm moest worden in de zon, bleef koud vandaag.
Hanko
Met een leuk zuidwester windje van 5 Bft speerden wij de volgende dag in de richting van Hanko, de zuidelijkste stad van Finland. De stad was de moeite van een bezoek waard, maar de lawaaiige en klotsende haven kostte maar liefst 28euro voor alleen een lig plek, in mijn ogen pure oplichting. Aan de vele forten en bunkertjes kun je zien dat hier in het verleden nogal eens conflicten zijn geweest, bv in 1854 is het geheel verwoest door een Engels/Franse vloot tijdens de Krimoorlog, het lag dan ook op een strategische plaats. Het is apart dat we al meer dan een week 's nachts dik onweer hebben en overdag redelijk mooi weer. De tocht naar Helsinki werd in tweeën geknipt en wij overnachten in Bågaskär, een reddingsstation en kustwacht centrum. Vanuit Bågaskär naar Helsinki was het dikke pret, de halfwinder kon na weken eindelijk weer eens omhoog. De wind begon met een voorzichtige 3Bft liep tegen het eind van de rit op tot een dikke 5Bft, toen het vlagerig werd en wij met meer dan 7knoop beurtelings met bakboord en dan weer met het stuurboord gangboord onder water dreigden te gaan, moest van de kapiteinse de genua op en de halfwinder weer in de tas. En daar lagen wij dan in een leuk baaitje vlak voor Helsinki voor anker. Binnen een uur werden wij bedreigt door twee heel boos kijkende militaire politie agenten, wij waren op verboden terrein en er zwaaide wat! Maar omdat wij gewone burgers waren moesten wij wachten op de civiele politie en mochten ons niet verroeren, ook goed want wij zaten net even rustig aan ons aankomst drankje. Met duidelijke tegenzin kwam even later de politie per boot aanzetten en werden wij na wat naamschrijverijen in het grote militaire spionnen boek verzocht toch maar elders te gaan liggen. De civiele politie was duidelijk op onze hand en vonden de militaire manier van optreden nogal overtrokken voor zoiets onbenulligs.
Helsinki
De havens in Helsinki zijn prijzig, 35Euro, maar daar is alles bij inbegrepen, stroom, wasmachine, sauna enz. Bovendien kun je 's morgens een koffie en croissant ophalen bij het haven Café, dus valt het best mee vergeleken bij Hanko. Helsinki is een levendige stad met heel veel mooie gebouwen en veel parken. Het lijkt alsof overal wat te doen is en dan niet alleen in het weekend. De tweede dag was er in een groot park een waar eet festijn, d.w.z. overal stonden tentjes waar gerechten werden gemaakt uit de hele wereld, maar om 10.30 net na de koffie is deze culturele culinaire uitspatting even te vroeg voor ons dus zijn we eerst op onze fietsen de stad ingegaan, tegen het einde van de dag gingen wij terug en nog was het verschrikkelijk druk rond dit eetfestijn. Het moet gezegd de geuren die met elkaar wedijverden deed je het water in de mond lopen, jammer dat je op zo'n moment maar een beperkte maaginhoud hebt. Het Olympisch stadion van de zomerspelen in 1952 is een heel complex in de aanpalende toren heb je een grandioos uitzicht over zowel de stad als ook het sportcomplex. Even verderop, aan de oevers van een meer bevindt zich een oude sfeervolle overdekte markt, het Hakaniemen Halli, er zijn ongelooflijk veel markt stands en werkelijk alles is er te koop, het geheel ziet er mooi uit en hier rondlopen valt bij mij niet onder de categorie; winkelen, waar ik in principe de pest aan heb. Ik wilde eigenlijk niets meer zeggen over het prijsniveau hier in Finland, maar de Finnen maken het nu wel te bont. De Havis Amanda is een beeld van een vrouw die opkomt vanuit zee, en is geplaatst op een marmeren fontein. Het staat symbool voor de stad Helsinki. Maar nu hebben een paar centen klauwers er een hok omheen gezet en vragen entree om het te kunnen zien. Dit is te belachelijk voor woorden!! In Nederland timmeren wij het monument op de Dam ook niet dicht. Het is weer tijd om de stad te verruilen voor ruimte, rust en zeilen. Aangezien het nogal onstuimig is de laatste dagen, 5 tot 8 Bft, gaan wij naar het eiland Porkalla, recht tegenover Tallinn, Estlands hoofdstad, zodat wij de oversteek naar Estland zeilend af kunnen leggen.
Tallinn
Het was het overtochtje wel van Finland naar Tallinn, nadat wij eerst nog een dag in Porkalla zijn gebleven omdat er harde wind uit zuidelijke richting kwam, en ja ons doel lag recht in de wind, konden wij de dag daarop met een zuid-westelijke wind, volgens de voorspelling 4 a 5 Bft en in buien 6 tot 7 Bft, zeilend de 35 mijls oversteek maken. Door de straffe wind schoten wij flink op en maakten wij ons al blij met deze rekord oversteek, maar vaak zit het venijn in de staart. Wij zeilden een pikzwarte lucht tegemoet, terwijl de wind nog verder aanwakkerde uit het westen, halverwege hadden wij al een rif in het grootzeil gestoken, maar dat moest nu alweer, ook het voorzeil werd flink ingenomen en nog speerden wij en de Walkura met meer dan 7 mijl door de Finse golf. De windsterkte had ook niets meer te maken met de oorspronkelijke weersverwachting en was nu permanent 8 Bft. Op de Marifoon hadden wij twee uur terug al een stormwaarschuwing gehad, maar ja teruggaan is dan ook al geen optie meer. De golven die erg dicht opelkaar volgden, bouwden in rap tempo op tot 2,5 meter, hierdoor zakte onze snelheid terug. Spoedig zouden wij achter een eiland komen dat voor de kust van Estland lag en onze verwachting was dat het daar iets gemakkelijker zou zijn. Nee dus! De wind nam nog meer in kracht toe en de golfkammen van de inmiddels 3 meter hoge golven waaiden als een sproeilaag over de zee. Nog 10 mijl te gaan en wij kregen een pak slaag; de oven rukte uit zijn schanierpunten en in de wc lag de inhoud van alle kastjes in de pot en over de vloer. Eindelijk stuiterden wij de baai van Tallinn binnen, maar net daarvoor had ik nog even een golf in de kuip gehad die deels door mijn kraag naar binnen spoelde en mijn tot dan toe droge kleren en sokken doorweekte. Wij legden aan in veilige haven, stookten de kachel op en schonken ons een borrel in. De Walkura rukte als een wilde hengst aan de meerlijnen en de olie lamp veroorzaakte flikkerende schaduwen langs de wanden terwijl de marifoon ons meldt dat er enige boten zijn met grote problemen, waarvan een zeilboot met een afgeknapte mast. Wij prijzen ons gelukkig met de Walkura die onder dit soort omstandigheden nog goed te zeilen is.
Wij liggen in een buitenwijk van Tallinn bij een zeer groot museum over de zeevaart, Lennussadam. Op de kade ligt een complete leger inventaris aan oud afgedankt sovjet materieel. In de bouwvallige woningen en sovjet flats wonen mensen die hun woningen aan het verfraaien en restaureren zijn, toch moet er nog een hoop gebeuren. De oude stad van Tallinn is zeer de moeite waard, veel is al in oude staat herstelt, een deel moet nog onderhanden worden genomen. De Middel eeuwse Hanze stad is goed te herkennen. In de winkels liggen net zoveel goederen als in de nederlandse supermarkt, een heel verschil met de communistische periode toen er nauwelijks wc-papier te koop was. Drie dagen hebben wij hier doorgebracht waarbij wij ook nog in een Oekrains protest voor de russische ambasade terecht kwamen, wat er precies gezegd werd was ons niet duidelijk, maar de deuren van de ambasade bleven gesloten. In Estland viel het ons op dat er weinig ruchtbaarheid werd gegeven aan de vele slachtoffers van de sovjet periode (1944 – 1991), wel werd Gorbatsjov geeerd voor zijn glasnost en Jeltsin voor het verlenen van de onafhankelijkheid. In mijn ogen kregen ze gewoon terug wat hun eerst werd afgepakt. De kapitalistische neigingen zaten er al goed in in Tallinn, aan het einde van onze eerste dag kwamen er twee joekels van cruise schepen in de haven, en de volgende dag waren de prijzen verdubbeld op het centrale marktplein. Wij kwamen hier voor de oud historische stad, maar de politieke situatie van het heden dwingt zich aan je op, dat hadden wij niet zo verwacht.
Riga
Wij vervolgden onze zeilreis langs de Estlandse kust naar Riga, de hoofdstad van Letland. Dit deden wij met een drietal tussenstops, de wind was bijzonder gunstig en deze vier etappes verliepen voorspoedig met een gemiddelde snelheid van ruim boven de 6 mijl. Op het traject van Kuivasto naar Ruhnu kregen we nog even ruige golven en harde wind, maar verder kon de hele afstand van Tallinn naar Riga op grootzeil en halfwinder worden afgelegd. De golf van Riga is trouwens een beetje vreemd vaarwater wat betreft het weer; plotselinge weersveranderingen vinden er plaats en dan zweept de zee er behoorlijk op met korte golven. De omvang van de plas water is ook behoorlijk, 100 mijl in doorsnee en het kan zijn dat de weersverwachtingen dagen lang in de Oostzee goed zijn, maar in de golf van Riga bar slecht, alsof het slechte weer er blijft hangen. Riga ligt 7 mijl het binnenland in aan de rivier de Daugava, dus kozen wij de eerste nacht een ligplaats vlak bij de monding in een industrie wijk en gaan de volgende dag pas naar het centrum. Wij blijken te liggen in een voormalige sovjet haven, nog steeds zwaar bewaakt met hekken, camera's en heuse nors kijkende en neuspulkende bewakers. Momenteel is het een werf en haven, het luxe haven gebouw was duidelijk een oud kantoorpand. Buiten de hekken aangekomen is het ongelooflijk wat een armoede zich aan ons opdringt. Heel veel vervallen sovjet flats met er tussen in onverklaarbaar bewoonde bouwvallen. De straten zijn een en al gat of zandpaden. Hier tussen door vind je hier en daar de echt prachtige woningen van de nieuwe rijke Letten, dure auto's op de oprit en manshoge hekwerken met een heel scala aan electronische beveiligings middelen, en als dat nog niet genoeg is dan lopen achter die hekken grote honden die een heel lage aaibaarheids factor hebben. Toch zijn ook hier mensen bezig hun huis en tuin op te knappen, maar wij hebben sterk de indruk dat een auto, gsm of andere kapitalistische zooi de prioriteit heeft. Het is unheimisch om hier te lopen en met zoveel verschil in rijkdom is het bijna vanzelf sprekend dat er zoveel criminaliteit is. De reis over de rivier naar de stad Riga is van een soort triestigheid, waar je doorheen moet bijten, je vaart in een soort geurendal en in de voortdurende waas die er over het water hangt, kun je ruiken of de bovenwindse fabriek op hout, kolen of olie stookt. De haven heeft een vervallen en rommelige aanblik en is in vol bedrijf. In de Old City Harbor vinden we een plekje, het ziet er wel goed uit, maar toen was het nog overdag. Op de boulevard was een enorme happening bezig, de getto games een straat festival met veel sport wedstrijden. Even verderop was er een grote hangbrug over de rivier de Daugava, de verkeers ader van het moderne Riga, deze verloederde, verroeste en verveloze brug was in mijn bescheiden mening klaar voor de sloop, het gebruik van deze brug was in mijn ogen een soort russisch roulette. De historische stad van Riga heeft wel een goede uitstraling, maar nog maar een enkel gebouw heeft een goede opknapbeurt gehad dus de algemene indruk is redelijk haveloos er moet nog veel gedaan worden. De nacht die we in de binnen haven van Riga doorbrachten werd door de dreunende disco's op de kade een bezoeking, om 11 uur 's avonds begon de tering herrie tot 7 uur in de morgen toen de laatste pillenslikker voldrank zijn weg naar huis weer gevonden had. Als er nu normale Blues-Rock muziek was geweest was dit een heel ander oordeel geweest, en wij hebben eigelijk best wel een ruime musicale smaak. De volgende nacht hebben wij ook niet meer in het centrum doorgebracht maar bij een gastvrije zeilclub aan de monding van de Daugave, hier hebben wij heerlijk gegeten en geslapen. Als dit alles was wat we zouden zien van Letland dan was ons oordeel wel erg negatief, maar wij zijn later ook in Ventspils geweest en daar was de situatie vele malen beter, het gonst er van de activiteiten en de stad ziet er geweldig uit, de hekwerken ontbreken en er hangen veel minder camera's. Er hangt een gemoedelijk sfeertje maar ook hier moet natuurlijk nog genoeg gebeuren, maar je rommel opruimen hoeft ook niet veel te kosten natuurlijk en renovatie's zie je gebeuren. De haven hier was wel een beetje mottig en lawaaiig maar ach wij zijn erger gewend.
Kuressaare
Alvorens wij weer in de Oostzee terechtkwamen hebben wij drie dagen in Kuressaare, de hoofdplaats van Het eiland Saarema, vertoefd. Tijdens de sovjet bezetting was het eiland bijna geheel ontvolkt, door vlucht, verbanning en moord, want de russen gingen uit van het principe dat diegene die zich niet had doodgevochten tijdens de drie jaar durende nazi bezetting, een collaborateur was en straf verdiende. De sovjets zagen het eiland als een bastion tegen de kapitalistische landen, een groot militair gebied. De stad en het eiland zij nu een bezoek dubbel en dwars waard! Langs de Letlandse kust zijn we nog in twee leuke plaatsjes geweest. Pavilosta, een klein slaperig vissersplaatsje en Liepaja waar wij drie dagen ogen tekort kwamen, tijdens onze tochten door de stad. Het is vreemd waarom Riga van de Letlandse steden zo enorm uit de toon valt.
Al met al was ons bezoek aan Estland en Letland een indrukwekkend iets. In Nederland is de russische politiek meestal een ver van mijn bed show, behalve als er een vliegtuig uit de lucht wordt geschoten boven Oekraine. Maar hier hangt het in de lucht en laat je niet los, het spreekwoordelijke zwaard van Damocles. Dat we van haven tot haven gecontroleerd worden, is vreemd voor ons. De speech van Obama die hier van onder tot boven bediscussieerd wordt. En niet te vergeten de zichtbare restanten van ruim 50 jaar russische onderdrukking. Waar wij in Finland nog een beetje meewarig keken bij de mededeling van een Fin dat hij bang was voor een russische inval, in Estland is deze dreiging zeer reeel. Poetin heeft op voorhand al zijn hulp aangeboden aan russische groepen in deze landen, net als in Oekraine, als ze bij de russische federatie wilden horen. Aan diegenen die wij hier spraken was het niet de vraag of poetin de Baltische staten aan zou vallen, maar wanneer. In deze landen voel je zelf de realiteit van deze angst. Er zijn hier verschillende inwoners die hun boot in Zweden hebben geregistreerd en voortdurend varen met de zweedse vlag, zodat ze klaar zijn voor een vlucht, mochten de russen komen. Dit verslag is op het zeilen na niet zo vrolijk als wij graag zouden willen, hiervoor onze excuses, maar wij houden ons vast aan de lichtpuntjes die wij hier ook gezien hebben.
Polen
Sinds de 5e eeuw na de jaartelling tijdens de grote volksverhuizingen, vestigden de Polanen, een Slavische bevolkingsgroep, zich in het centrum van Europa. Zij behoorden tot de horden van Attila de Hun, die de schrik van de Europese stammen waren in die tijd. Het gebied der Polen is eeuwen lang het toneel van tumultueuze oorlogshandelingen en veldslagen geweest. Het land werd een speelveld voor de omringende staten, Zweden, Rusland, Turkije, Oostenrijk en Pruisen, die hier hun veldslagen uitvochten, van de Vikingen tot en met de Communisten. Toch was in latere tijd Polen één van de vroegste min of meer democratische landen, alleen werkte het verregaand verlammend op de Poolse staat. De Poolse landdag, het equivalent van onze 2e kamer, waarin de diverse adellijke partijen het beleid moesten uitstippelen, verliep steevast in een grote knokpartij. Hierdoor bleef Polen een speelbal van het buitenland. De boerenbevolking had ook zeer weinig in de melk te brokkelen en de midden klasse van het land bestond hoofdzakelijk uit Joodse mensen, die hier eeuwenlang gastvrij werden onthaald, terwijl ze in de rest van Europa werden vervolgd. Zij waren een onmisbaar deel van de Poolse economie en stonden onder bescherming van de landsheren, zodat ook hun politieke invloed gering was.
Vanaf Letland zijn wij met gunstige wind vertrokken naar Polen. Het plan om Litouwen te bezoeken hebben wij geschrapt omdat de Russen voor de kust van Kaliningrad een zeer groot gebied , min of meer twee weken, als militair oefengebied hadden afgesloten. En om dit nu te provoceren zou dom zijn want zij lopen niet over van hoffelijkheid. De zeilreis duurde 27 uren waarbij, helaas zoals wel vaker in de avond uren, de wind weg viel. Om 12 uur s'nachts echter was er weer genoeg wind. Wij kwamen aan in Hel, een zeer toeristisch vissers dorp, op de punt van het schiereiland, dat de golf van Gdansk omarmd. Gelukkig zitten wij er niet in het hoogseizoen, zodat de drukte mee viel. Je kunt hier goed eten en drinken. De golf van Gdansk is een prachtig zeil gebied en er zijn ook nog steeds mensen aan het zeilen in het naseizoen. De Polen zijn een zeil graag volkje, vaak zie je huurboten met zeer veel mensen erop. Wij vragen ons wel af of het dan nog wel lekker zeilt. De stad Gdansk waar wij de volgende dag belanden is een prachtige levendige stad. Hier kunnen wij wel dagen rond lopen en fietsen, maar hierover straks meer. Voorlopig zitten wij in september en het weer wordt wat ruiger en bij tijden kouder, zodat wij in deze grillige weersomstandigheden naar het westen moeten. Hier komt nog bij dat de gehele Poolse kust vergeven is van de militaire stukken zee die vaak afgesloten zijn voor oefeningen, zodat niet alleen het weer bepalend is, maar je ook vaak mijlen moet omzeilen. Maar het lukte ons om Leba te bereiken, waar wij laat in de avond aankwamen. Er is echter ook 's nachts gewoon een havenmeester aanwezig die je al op staat te wachten om je gegevens op te nemen! De volgende dag zijn wij hier naar een nationaal park gefietst, waar de unieke wandelende duinen zich bevinden. Deze stuivende zandbulten van wel 40 meter hoog verschuiven wel 10 meter per jaar en bedekken alles wat ze voor de voeten komt. Het oude dorpje Leba is 2 eeuwen geleden onder het zand verdwenen. Zelfs bij een beetje wind zie je het fijne zand bewegen. Bij Leba bevond zich ook nog een oud oefenterrein van Hitler voor het ontwikkelen van de V1 en V2 raketten, als wij honderd jaar verder zijn zal het zand ook dat hebben bedekt.
Gdansk
Tussen de dagen met harde wind of tegen wind is er ook wel eens een rustige dag zonder wind waarop wij dan maar met ingepakte zeilen verder trekken. Het is jammer en ik heb dan ook zwaar de pest in, maar ja wij moeten wel verder. Het is heel leuk dat wij precies in de vogeltrek periode in de Oostzee zijn. Overal zie je grote vluchten spreeuwen als wolken samen klitten. Zelfs een groep van wel 40 kraanvogels kwam over ons heen. Aan boord komen ook geregeld jonge vogeltjes even uitrusten en een hapje eten. De meeste door ons bezochte kust plaatsen zijn opgeklopte toeristische attracties met bijna allemaal dezelfde activiteiten. We zijn hier dan ook snel weer vertrokken. Op deze regel zijn twee uitzonderingen. Dat zijn Kolobrzeg en Gdansk. 14 Jaar geleden zijn wij de laatste keer in Kolobrzeg geweest en sinds die tijd is er hard gewerkt door de Poolse bevolking. De stad heeft een enorme facelift ondergaan en is nog steeds levendig en gezellig. Hier is het helemaal niet zo erg om een paar dagen met harde wind te liggen. En Gdansk, het vroegere Dantzig, een formidabele mooie grote Hanze stad die dag en nacht gezelligheid uit straalt. Wij genieten er van toneel en zang, midden op straat, en zijn het erover eens dat dit van alle steden uit het Oosten tot nu toe de mooiste is. Met moeite rukken wij ons na 4 dagen los om onze reis te hervatten. In het museum voor de vrijheid in Gdansk is op indrukwekkende wijze het verhaal van de Poolse vrijheid en de stakingen op de Leninwerf, onder leiding van Lech Walesa, in beeld gebracht. Deze stakingen luidde de val van het Oostblok communisme in. Wij zwierven uren door dit museum en waren behoorlijk onder de indruk. Deze bevrijding van Polen, een uitgeteerd land na de enorme vernietiging tijdens de 2e wereld oorlog en de aansluitende Communistische bezetting tot 1989, een groot deel van de bevolking was uitgemoord of gevlucht, waaronder het Joodse deel. De wijze waarop de Polen hun land weer opbouwen verdient grote bewondering. Polen is in het verleden overwegend westers georiënteerd geweest en kon mede dankzij de stakingen van Lech Walesa weer over zijn eigen lot beschikken, derhalve zocht ze aansluiting bij de Europese Unie. Maar alles overziend, nu wij bijna aan het einde van onze Oostzee rondreis zijn, moet ons van het hart dat in alle ex Oostblok staten je 24 uur per dag met camera's en havenbewakers in de gaten wordt gehouden. Hoe mooi het gebied of stad soms ook is, doet dit een enorme afbreuk aan ons gevoel van prettige gastvrijheid. Willen ze bij het vrije westen horen, dan zullen ze deze ex KGB mentaliteit danig moeten veranderen en een iets subtielere benadering moeten vinden.
Eenzame trekvogel
Zoals de meesten van jullie wel zullen begrijpen is de zeilende manier van verplaatsen niet één v/d snelste. Dus de kans dat de verveling toeslaat ligt dan ook op de loer. Natuurlijk bij zware omstandigheden hebben wij de handen vol om de boot op goede koers te houden, maar in lichter weer zullen wij ons moeten vermaken met bv. dom praten, lezen en s'nachts het bekijken van het uitspansel. Maar soms zijn er andere mogelijkheden. Op deze website staat al een stukje film van dolfijnen op de Noordzee die zomaar een uur rond je boot spelen. Maar nu hebben wij weer iets bijzonders: vogels
Aangezien wij eind september nog over de Oostzee zwalken, is ons bootje een uitgelezen rustpunt voor de inmiddels in volle gang zijnde vogeltrek. Net als Walkura met zijn opvarenden op weg naar de overwinteringsplaats. Het toeval wilde dat wij voor de kust van Letland een muggenplaag te verduren kregen. Onze vliegenmepper maakte overuren en het dek lag bezaaid met het resultaat. De dag erna arriveerden de eerste vogeltjes om de achter gebleven muggen op te pikken. Van deze trek naar het Zuiden hadden wij in de haven van Kuresaare in Estland al iets gemerkt. De zwaluwen verzamelden zich massaal op de boten van onze overburen. Maar ver van de kust ben je als boot een rustpunt voor de vermoeide vogels, meestal de jongere exemplaren. Het meest vreemde en barbaarse was wel dat er een smelleken, een soort valk, op de zaling een rustplaats zocht terwijl één v/d vele goudhaantjes net dacht in het gangboord nog enige insecten op te pikken. Dit liep natuurlijk niet goed af voor het goudhaantje. Met grote vaart liet de smelleken zich naar beneden storten en pakte hem in één keer, het goudhaantje had geen schijn van kans.