Walkura, klik voor startpagina. Walkura, klik voor startpagina.
NoordIerland.jpg

Het was een vreemde zeilreis naar onze bestemming Ierland. Cork harbour werd ons aanlandingspunt, 140 mijl vanaf de Scilly eilanden. Zeven uur 's morgens was ons vertrek gepland. Het was nog steeds erg warm net als vannacht, zodat wij niet best hebben geslapen. Maar niet getreurd, er stond een leuk windje zoals voorspeld, 3 Bft uit het oost noordoosten, dus het leek een rustige oversteek te worden. De enige inspannende actie bestond uit het aanbrengen van voldoende zonnebrandolie factor 12. De Walkura sneed niet afgeremd door het water van de Atlantische oceaan. Tegen het eind van de middag werd het even bewolkt en zakte de wind iets in dus werd onze halfwinder in de mast gehangen en ging het weer met ruim 4 knoop richting Ierland. Helaas na een aantal uren verdween ook deze wind langzaam en na een uur kwakkelen werd de motor gestart. Gelukkig was dit intermezzo maar van korte duur en kon het zeil de voortstuwing weer overnemen. De zon ging onder bij een aantrekkende wind, de snelheid liep aanzienlijk op tot 7 á 7,5 knopen, daarbij werd de zee ruiger. Toen de wind nog verder toenam, moest er voor de nacht zeil worden geminderd. Na deze actie bleven wij iets prettiger met dezelfde snelheid door denderen. Alles aan dek werd nat en zo stuiterden wij door de nacht met een niet voorspelde dikke 6 Bft. Om drie uur 's nacht zagen wij een hele vloot kleine 7 meter zeilboten dwars op onze koers aankomen. Het waren trans Ocean solo zeilers, die een wedstrijdje Fastnet rock aan het afwerken waren. Wij scheerden er mooi tussendoor zonder te hinderen. Bij het krieken van de dag kwam de kust in zicht en stoven wij even later Cork harbour binnen. Even later lagen wij voor anker in Crosshaven, een voorstadje van Cork. Dit was een zeer snelle oversteek van gemiddeld 6,5 knoop en dan alleen maar omdat de voorspelde 3 á 4 Bft plotseling ruim 6 Bft werd. Van slapen kwam niet veel onderweg dus gaan wij na aankomst even te kooi. Crosshaven is de eigenlijke jachthaven van Cork maar ach wij vinden het maar niets, natuurlijk er zijn Marina's en een supermarkt, maar dan heb je het ook wel gehad, terwijl Cork op 10 mijl afstand ligt te lonken.

Cork:

Wij varen dus die 10 mijl de rivier de Lee op en storten ons in de gezellige drukte van de stad. Het centrum van Cork is gelegen op een eilandje waar de Lee zich splitst. Er zijn hier heel veel kleine winkeltjes die de meest vreemde en soms ook nutteloze zaken verkopen. Om de drie panden bevindt zich zowat een pub waar zeer frequent live muziek ten gehore wordt gebracht, zowel traditioneel net als gewone bandjes. Zowaar kwamen wij bij onze voettochten door Cork ook een blues café tegen en plotseling kregen wij last van vermoeide voeten en een droge keel. De eigenaar van dit nogal rommelige café was de organisator van het "Rory Gallagher blues festival", jammer genoeg niet tijdens ons verblijf in de stad. Cork is de stad waar Rory Gallagher woonde en bekend werd. Zoals een goed Ier betaamt, was hij niet vies van een stevige hoeveelheid geestrijk vocht, iets te veel en dat kostte hem zijn lever. Hij kreeg een levertransplantatie die goed lukte, maar enige tijd later overleed hij aan een ernstige longontsteking op veel te jonge leeftijd. Een journalist vroeg eens aan Jimmy Hendriks, "Hoe voelt het om de beste gitarist van de wereld te zijn?" Hij antwoordde " Dat weet ik niet, dat moet je aan Rory Gallagher vragen!". De stad Cork houdt in ieder geval zijn naam hoog. Naast allerlei bezienswaardigheden en de oude stad, in de 10e eeuw gesticht door de Vikingen op dit eiland in de rivier, waren wij 's avonds graag in de stad bij enige muzikale optredens, van naar onze bescheiden mening een redelijk hoog niveau.

Na drie dagen werd het tijd te vertrekken en de reis naar de westkust te vervolgen. Het weer was ietwat vreemd en in een vlagerige wind en veel bewolking zeilden wij met snelheden tussen de 2 en 8 knoop met de stroom mee langs de zuid kust. De eerste ankerplek die wij uitkozen was een erg bijzondere, de hole cave bay. Wij lagen in een baai beschut voor de wind, die beschutting bestond uit een landtong die als een halve cirkel in zee stak. Maar op het smalst van deze rots waren gaten waar doorheen je de zee aan de andere kant kon zien. Je kunt er met een bootje doorheen varen, de wanden waren beplakt met Meeuwen en Alken nesten. Met onze bijboot zijn wij op driekwart van de grot geweest, maar toen we de brekers aan de andere kant zagen, zakte ons de moed in de schoenen. (of misschien kwam het verstand in actie)

Ierland bestaat in het zuiden voor het grootste deel uit oude zeebodem van meer dan 385 miljoen jaar oud die daarna omhoog is gekomen. De eindeloze opeenvolging van lagen is zeer goed te zien, vaak vreemd verfrommeld door de enorme druk van deze opheffing. Een van de minder slijtvaste lagen is er in deze baai door de constante zeegolven tussen uit geërodeerd.

De zuidkust van Ierland is redelijk goed te bezeilen, het weer is licht maar overwegend bewolkt. De dagen met zon schijnen achter ons te liggen. Crookhaven op de uiterste zuidwest punt van Ierland, is een zeer goede en mooie beschutte ankerbaai met een leuke pub aan de haven, de O'Sullivans pub. De ingang van de baai ligt vanaf de Fastnet Rock enige mijlen naar het noorden. Het valt ons op dat hier heel veel bewolking voorkomt die als een soort mist over land en zee trekt. Alles komt in een soort diffuus licht te liggen, ondanks dat kun je nog redelijk ver zien. Het rare is nu dat er zo nu en dan regen uit valt die de grond niet nat maakt, maar je ziet ze wel vallen. De druppels zijn zo klein dat ze verdampen zodra ze een warm oppervlak raken, alle metaal en glas delen worden wel nat evenals onze zeilpakken. Wij zijn 5 dagen in deze beschutte baai blijven liggen om op rustiger weer en wind uit de goede richting te wachten om de kapen aan de west kust te kunnen ronden. De tijd vloog voorbij met het fietsen bergje op en af in de omgeving, het onderhoud en schoonmaak werkzaam heden, lopen en wat er nog meer te bedenken valt. Op zondag de dag voor ons vertrek uit deze vriendelijke baai zaten wij toevallig even in de O'Sullivans, toen er de "Blessing van de boats" plaats vond. Ook onze Walkura werd gezegend en dat geeft moed voor de toekomst.

Ik schreef al eerder over de 'waas van mystiek over Ierland', die door Maarten Toonder zo mooi werd verbeeld. Dit moet volgens ons een grote vergissing zijn geweest. Ze zullen bedoeld hebben 'Misty Ierland', want het vervolg van de reis aan de west kust was maar een natte aangelegenheid met zijn opvolging van wolken, mistbanken en regen. De uren zonneschijn was op de vingers van een hand te tellen. Ook waren de oceaan deining en windgolven op bepaalde route's nogal zwaar. In de reeks "zaken die het begeven" kunnen wij weer wat bijschrijven. Het staaldraad van de grootzeilschoot knapte door de ruige golfslag en de elektrische ankerlier begaf het als gevolg van binnen gekomen zeewater. Nadat wij een aantal van zulke tochtjes hebben gehad en enige malen geankerd zijn geweest lokt ons de luxe van een goede haven. Dit om de voorraad drinkwater op peil te houden maar nog meer om de persoonlijke hygiëne weer op to date te brengen. In de marina van Cahersiveen was echter de douche buiten gebruik en de wasmachine niet meer aanwezig, maar wel de volle mep haven geld van 25 euro vangen! In onze zeilkleding kunnen wij nu zonder problemen champignonnen kweken, dus deze haven was wel even een teleurstelling. Wij zetten nu toch wel enige vraagtekens bij deze "Blessing of the Boats". Wij konden het weten, want de priester zei nog dat hij voor mooi weer had gebeden tijdens de blessing, nou het regende dat het goot.

Skellig Michael, het klooster eiland.

Zeilend langs de kust naar het noorden, kwamen wij bij de Skellig eilanden, hier bevinden zich uit de 7e eeuw stammende monniken cellen met later daarbij gebouwd een klooster en een abdij. Op deze woeste plaats in de Atlantische oceaan 8 mijl uit de kust vestigden zich monniken om ongestoord hun geloofsbeleving te kunnen volgen. Daarnaast werkten ze zich in het zweet om op deze kale bergtop in zee onderkomens te bouwen en traptreden uit te hakken (3 maal 600 stuks). De kleine vlakke stukjes van het eiland werden als tuin gebruikt voor voedsel samen met wat schapen en geiten. Het naast gelegen eiland waar een Jan van Genten kolonie was, leverde vogels en eieren, de zee was er voor de visserij. Het klooster werd in de 13e eeuw verlaten omdat de storm frequentie enorm toenam en het klimaat werd een stuk kouder. Het werd moeilijk om van hier op geregelde tijden naar de kust te komen en het eigen verbouwde voedsel werd ontoereikend voor de bijna 20 monniken. Dit complex is byzonder goed bewaard gebleven en staat nu op de lijst van Unesco van 's werelds erfgoed.

Valentia eiland:

Wij moesten de te harde noordwester even laten uitblazen en maakten van de gelegenheid gebruik om Valentia eiland te bezoeken. In het jaar 1857 kwam hier de eerste Trans Atlantische telegraaf kabel vanaf de Verenigde Staten aan land. Een bericht dat voor die kabel minstens 10 dagen onderweg was om de overkant te bereiken deed er via de telegraaf kabel minder dan 10 minuten over. In 1868 werd de tweede verbeterde kabel al op de zeebodem gelegd. In het noorden van het eiland zijn op een versteende plaat oude zeebodem, de voetsporen te zien van een Tetrapode, het voorhistorische dier dat als een van de eerste longvisachtigen het land verkende en besloot in het vervolg op dit land te gaan leven 400 miljoen jaar geleden. Het beest zette zijn sporen in de zachte klei, die later onderdruk en temperatuur verharde tot leisteen. In zuid Valentia is een speciaal museum ingericht over de al genoemde Skellig eilanden, op ongeveer 10 kilometer afstand. Hier krijg je een goed beeld van de leefwereld van de Skellig monniken. Over het fietsen hier kan ik kort zijn, bergje op erg vermoeiend maar naar beneden een verademing. Ik kan melden dat onze beenspieren enorm geoefend zijn momenteel.

Bij het vervolg van de reis vanaf Valentia eiland was het grotendeels met het zeilen gedaan. De wind liet het grotendeels afweten en dat is op deze woelige wateren erg vervelend want zeilend gaan we veel stabieler door het water. Toch gaan we nog enige mijlen verder om in Kilrush te pauzeren, even een time-out voor het zeilen. Het zeilen hier is tot nu toe niet altijd een prettige bezigheid, in de regen bij te harde wind of helemaal geen wind, je moet er wat voor over hebben om veel van het land te zien. Verder uit de kust is de situatie ongetwijfeld beter, maar ja dan zie je minder. Onze zoon Roy komt in Kilrush een dikke week over en dan trekken wij het binnenland in met een gehuurde auto. Hopelijk wordt het na die tijd wat de atmosferische omstandigheden betreft een stuk aangenamer. Zodat wij de volgende keer een wat positiever bericht kunnen schrijven. Het is verbazingwekkend dat ondanks het in onze ogen nogal triestige klimaat, de Ieren zo vriendelijk en toegankelijk zijn. Misschien moeten wij ons daar meer aan spiegelen.

Rondrit in Ierland met een auto en tent:

Vrijdag avond kwam onze zoon Roy aan boord, net op tijd voor het eten. Gelukkig voor hem want vanaf 's morgens vroeg was hij al onderweg om vanuit Nederland hier te komen. Het plan was om met een auto en tentje Ierland rond te rijden op zoek naar interessante zaken. De volgende morgen duurde het tot 11 uur voordat alle spullen uit de Walkura waren opgediept en een plaatsje hadden gevonden in de huur Hyundai. Het schema was dus al redelijk vertraagd, maar ach het was ook vakantie dus wat maakt het uit. Wij rijden via allerlei binnenwegen door een prachtig, ietwat rommelig landschap van West Ierland. De coulissen achtige landbouw gronden lijken het meest in gebruik voor een soort extensieve veeteelt. De percelen worden omsloten door muurtjes van steen of door bosjes die op deze muurtjes groeien door de jarenlange gewoonte om onkruiden en andere troep op de muurtjes te gooien net zolang tot er een laag grond overheen ligt die begroeid raakt met struiken.

The Burren:

The Burren is een gebied dat bestaat uit een immense kalksteen vlakte, deze is ooit gevormd in een tropische zee tijdens de Krijtperiode. Dit kalksteen is min of meer oplosbaar in water met als gevolg dat er enorme spleten en holen in zijn ontstaan over duizenden jaren tijd. In het gebied zijn ook veel onderaardse gangen stelsels waarin heuse rivieren stromen, aan de oppervlakte is dan ook weinig water te vinden. Een specifieke aan de kalkrijke omstandigheden aangepaste flora is hier uitbundig aanwezig. In het plaatsje Kilfenora is een prachtig expositie centrum, waarin de geologische opbouw wordt verteld. Waar the Burren eindigen in de Atlantische oceaan, en waar de golven onophoudelijk op de steile rotsen beuken ontstaan vaak spectaculaire kustvormen, zoals de 'Cliffs of Moher'. De rotsen rijsen vaak loodrecht uit de oceaan omhoog tot op sommige plaatsen wel 200 meter.

Via de stad Galway kwamen wij door de Mauntuuk Mountains terecht bij de Asleagh waterval. Een prachtige waterval waar de zalmen hoog bij op sprongen op weg naar de bron van de rivier waar zij hun eieren gaan leggen. Het was alleen jammer dat het regende en een beetje mistig was, maar niets kon ons er van afhouden om dit fraais te bekijken. De dag liep teneinde en wij reden door dit typische Ierse weer naar onze camping bij Castlebar. Onderweg konden wij door de mist de 780 meter hoge berg niet zien waar de heilige van Ierland zich 40 dagen zou hebben teruggetrokken. Het is maar net hoe je het noemt als je als slaaf opdracht krijgt om op deze berg de schapen te hoeden, want Patrick was toen eigendom van een rijke schapenboer. Even voor de camping werd het droog en een beetje zonnig, de tent werd droog opgezet en de barbecue ontstoken. Zo eindigde de dag toch nog genoeglijk. Na de veel te sterke koffie, door een inschattingsfoutje van mijzelf, begonnen wij zo strak als een deur aan de volgende etappe.

Carrowmore Megalithic Cementry:

Vlakbij de camping was het eerste bijzondere punt, een groot grafcomplex van meer dan 30 grote graven van 6300 jaar oud. Toen de Neolithische vroege landbouw tijd zijn intrede deed werden dergelijke plaatsen opgericht. Deze plaatsen vervulden zeer veel functies. Het zijn ceremoniële plaatsen, het zijn plaatsen waar de voorouders worden herdacht, het zijn de religieuze gebieden en ook de dodencultus wordt hier uitgevoerd voor en door de stamleden. Tenslotte toont het de verbondenheid van de stam met het omringende grondgebied. De Neolithische tijd heeft met de komst van de landbouw behoefte aan een dergelijk centrum, men woont in de omgeving en verbouwt er zijn voedsel. De grootte van dit Carrowmore, maar ook de grandeur van New Grange, laten vermoeden dat hier al een behoorlijke bevolkingsgroep aanwezig moet zijn geweest omstreeks 4000 jaar voor de jaartelling.

Na de stad Sligo zagen wij langs de kust de ene na de andere Tafelberg verschijnen, waarvan die van Drumcliff de mooiste was. Dit waren de restanten van een hoogvlakte die grotendeels door water en ijs zijn weggesleten. Het landschap van Donegal is werkelijk heel bijzonder en ruig, maar de afstanden die we moeten rijden zijn groot en temeer omdat de wegen hier niet berekend zijn op hogere gemiddelde snelheden trekken we maar langzaam door Ierland, het voordeel is wel dat je veel meer van de omgeving ziet. Tegen het middaguur kwamen wij in Londonderry aan, de ommuurde stad is redelijk mooi, redelijk omdat de muur wel mooi alles omsluit, maar daarbinnen is er nog wel het een en ander verwaarloosd of veel te nieuw en modern en dat vinden wij jammer. Wel waren er nog overal feestversieringen te zien die op de 12e juli zijn opgehangen ter ere van de protestantse oranje marsen en de bonfire's. Dit is een Noord Iers protestants feest. Hier wordt herdacht dat onze stadhouder Willem de 3e (tevens de nieuwe koning van Engeland) de katholieke Jacobus de 2e, zijn schoonvader verslagen heeft bij de slag bij de rivier de Boyne. Sinds die tijd was Ierland zijn zelfstandigheid kwijt aan de protestantse Engelsen. Eigenlijk is dit feest één grote uitlokking naar het katholieke volksdeel toe, dominee Paisley kan als kwade integrant tevreden zijn. In the name of the lord, halleluja. Even verderop in Ulster lagen nog de smeulende resten van de omstreden bonfire's. Het mag dan vrede zijn tussen katholieken en protestanten, maar de spanningen zijn er nog zeker. Oranje marsen die door katholieke wijken gaan en de gevaarlijke situaties met de bonfire's. Bovendien als je een kerk wilt bekijken dan moet je eerst aanbellen, en dat is elders heel ongewoon! Politiek vliegen ze elkaar ook steeds in de haren over van alles en nog wat.

Na enige uren, uiteraard veel te kort in Derry te zijn geweest, zijn wij door gereisd naar de Giant's Causeway, de trap van de reuzen. Dit is een enorm veld met zeskantige basalt blokken die de zee inloopt, maar de omringende kust is ook zeer de moeite waard. Lava en graniet lagen wisselen elkaar af, als stille getuigen van een turbulent verleden met vele vulkanische uitbarstingen. Terwijl het zuiden van Ierland voornamelijk is opgebouwd uit miljoenen jaren oude zeebodems die in latere tijden omhoog zijn gekomen, is het noordelijk deel meer door vulkanisme ontstaan. Het was al laat dat wij hier arriveerden, maar de kust is vrij te bezichtigen en voor de verandering scheen de zon volop, hoe on Iers. Het lag in de bedoeling om op een camping in Bushmills te overnachten, maar alles zat vol en na 6 uur waren de recepties niet meer bemand, heel vervelend! Dan maar pionieren in de bush-bush, even later vonden wij een heerlijk rustig plekje vlak bij enkele windmolens en wat bebouwde graanveldjes, lekker goedkoop bovendien. Over het landschap in Ulster valt het ons op dat er meer in cultuur is gebracht en het oogt veel geordender in vergelijking met west Ierland. De huizen en boerenbedrijven zijn over het algemeen ook minder rommelig. Dit verschil zal ons bij het verlaten van Ulster aan de zuidkant naar Ierland toe in mindere mate opnieuw opvallen. Armagh, een oud stadje dat ook nog eens de hoofdzetel van de katholieke kerk is maar ook de anglicaanse kerk. In het jaar 455AD zou de heilige van Ierland, Patrick hier een kerk hebben gesticht. Er zijn er nu dus twee St Patricks kerken. Geen van beide hebben wij binnen kunnen zien maar bij de anglicaanse was een prachtige klooster tuin.

Armagh:

Armagh lijkt nog het meest op een niet al te druk bezocht bedevaartsoord, dat ondanks zijn aardige voorkomen verder niet zoveel heeft te bieden. Wij reden Ierland weer binnen waar wij 90 kilometer verder in de Boyne valley op een wat armetierige camping gingen staan, wij waren echter zeer te spreken over de ruime en rustige plek. De reis hierheen bevatte geen echte hoogte punten, of je zou het landschap moeten noemen dat, ook hier zeker de moeite waard is! Het in vele schakeringen voorkomende groene landschap is prominent aanwezig, maar de oorzaak daarvan is de overmaat aan buiigheid en mistige omstandigheden, waar wij duidelijk minder over te spreken zijn. Dit gegeven is zeer waarschijnlijk de oorzaak van de vele Ierse pub's waarbinnen de zonnige gezelligheid heerst. Naast de Lough crew camping bevondt zich weer een megalithisch grafveld waarvan het grootste graf zich boven op een 276 meter hoge heuvel bevond. Dit graf was te bezichtigen en bewerkt met prachtige decoraties en het is tevens een soort kalender, want net als bij New Grange, vallen de zonnestralen bij zonsopkomst op de 21e van maart en september op de achter wand van de tombe. Deze ceremonieële functie geeft het begin van de Lente en Herfst aan. Dus de zaai tijd en de oogst tijd. Nog een functie van dergelijke plaatsen. Ons volgende hoogtepunt zou de wereld vermaarde grafheuvel van New Grange moeten zijn, maar helaas door de enorme drukte zouden wij uren moeten wachten voordat wij eindelijk aan de beurt waren. Dat ging dus niet door en bleef er alleen het museum, de film en een gulle blik op New Grange op gepaste afstand over. Dit is mijn grootste deceptie van onze reis naar Ierland.

Dublin:

Om ons even ruim de tijd te gunnen in Dublin rond te banjeren, zijn wij twee dagen neergestreken op een erg lawaaiige camping net buiten de stad aan een veel te drukke snelweg. Wel was er een goede busverbinding met het centrum dus enige pub's konden alvast de glazen klaarzetten. Dublin is een drukke maar mooie stad, er heerst ondanks de regen vandaag een gezellige sfeer. De Ieren trekken zich weinig aan van een beetje neerslag. Van een vriendelijke inwoner hoorden wij dat de woonruimte hier vreselijk duur is, zowel huren als kopen. Hij ergerde zich aan de vele toeristen, het was er volgens deze zegsman de oorzaak van dat ook alle prijzen van drank en levensmiddelen zo verschrikkelijk hoog waren. Een glaasje wijn kostte in Dublin 8,45 en in de rest van Ierland meestal rond de 5,50, wat in onze ogen ook al aan de hoge kant is. Ik denk echter dat het aan de overheid ligt die na het bankroet van het land in het jaar 2008, op deze wijze binnen 5 jaar de boel weer op de rails heeft gezet. Dat is wel even een beter beleid als dat van de Grieken! Een Duitser die wij in Crookshaven tegenkwamen, drukte het zeer kernachtig uit "Sie peitchen ihr ars zusammen und sie zahlen".

De onafhankelijkheid die in 1922 een feit was, is in Ierland een heuglijk en belangrijk iets waar ze terecht erg trots op zijn. De mannen die hier voor streden staan letterlijk en figuurlijk op een voetstuk. In alle musea en in de prachtige City Hall wordt dit onder anderen uitvoerig onder de aandacht gebracht. Zelfs in het St Stephens Green park worden allerlei beelden getoond van dit feit. Een andere gebeurtenis die als een rode draad door de Ierse geschiedenis loopt is de "Great Famine" van 1845 tot aan 1850. Een verschrikkelijke hongersnood door het mislukken van de aardappel oogsten waarbij tot overmaat van ramp nog cholera en tyfus epidemieën uitbraken onder de verzwakte bevolking. Bijna 1,5 miljoen Ieren stierven, en nog veel meer ontvluchtten het land. De bevolking liep in enkele decennia terug van 8 miljoen naar 3,5 miljoen inwoners. Dat Engeland een zeer dubieuze rol speelde in deze kwestie mag duidelijk zijn. Ze kozen ervoor om de andere kant op te kijken en geen enkele hulp te bieden, dan hoefden ze er later geen kogels aan te verspillen om de altijd maar weer opstandige Ieren in het gareel te krijgen. De vele ruïnes in Ierland zijn hier ook grotendeels het gevolg van, hoe romantisch zij ook in het landschap staan er steekt een tragedie achter! De geplande rondtocht over de rivier de Liffey ging niet door omdat de zaak al sloot om 17.00 uur, dat was erg jammer want dan konden wij deze door de Vikingen gestichte stad vanaf het water aanschouwen. Dus waren wij genoodzaakt ergens een leuke pub te zoeken, dit was zeker geen probleem en de diverse soorten Irish Stew smaakten voortreffelijk evenals overigens het bier.

De reis naar het zuiden voerde ons langs de Rock of Cashel. De zetel van de vroegere koningen van Munster, een van de vele koninkrijkjes van het oude Ierland. Aangezien zij door de eeuwen heen zeer machtig waren werden zij soms gekozen tot hoge koning, dit was zo'n beetje de voorzitter van alle Ierse koningen. Aanvankelijk werden die hoge koningen ingewijd door de Druïdes maar vanaf de 4e eeuw door de bisschoppen of priors van de kloosters. In de 12e eeuw werd de Rock of Cashel aan de kerk gegeven en bebouwd met een klooster en een cathedral. Deze staan nu nog als een prachtige ruïne op de Rock. Eigenlijk veranderde er niet zoveel want in Ierland waren veel koningen ook tevens bisschop. In Cork hebben wij vlak bij het centrum van de stad een hotelkamer gehuurd om van de Ierse muziek te kunnen genieten tot in de wat latere uurtjes. Maar hier heb ik al uitgebreid over bericht in het vorige verslag. Met de auto zijn wij zeven dagen rondgereden door een werkelijk prachtig landschap, het is bij dit soort korte trippen onvermijdelijk dat je zeer veel niet bezoekt, vanwege tijdgebrek, maar zo heb je de volgende keer ook nog weer wat nieuws te ontdekken.

Hollen en stilstaan in West Ierland:

Het zeilen langs Ierlands west kust is redelijk zwaar te noemen. Door de altijd aanwezige golfslag zijn de afstanden die alleen op de motor moeten worden afgelegd zeer vervelend en nogal schommelend. Het is zo dicht bij de kust en om de vele kapen heen, niet altijd goed te voorspellen wat de wind gaat doen. Toen wij bijvoorbeeld prachtig door de snelstromende Blasket Sound zeilden was daarachter geen wind meer te bekennen, terwijl wij bij het ingaan van de Blasket nog een rif gezet hebben door de overmaat aan wind. Deze windloze tocht heeft twee gevolgen gehad, de grootschoot knapte en de oven schoot weer uit zijn ophangpunten, dit hebben wij nog maar een paar keer eerder gehad, bij het oversteken van de Finse golf bij 9 Bft. Het middagmaal hebben wij ook maar even overgeslagen voordat de hele handel er weer uitkomt en als vissenvoer kon dienen.
Het is aan de west kust een komen en gaan van depressies die nog in de kracht van hun leven zijn. Dat is te zien aan het aantal plaatsen waar wij noodgedwongen de harde winden en buien lieten uit razen. Wel zorgden wij ervoor dan zoveel mogelijk op een plaats te zijn waar wij even konden rondkijken, zoals bijvoorbeeld op de Aran eilanden, maar helemaal de ellende vermijden was moeilijk. Van de vijf dagen op het Aran eiland, Inish Mór werden wij er twee drijfnat van de regen, maar nog meer van de golven die over de boeg van onze bijboot sproeiden als wij terug aan boord gingen waar wij in een redelijk beschutte baai geankerd lagen. Aan boord van de Walkura was het geen onverdeeld genoegen, de wind gierde en huilde onophoudelijk om de mast en door de verstaging. Het slapen werd ook nog eens bemoeilijkt door het rukken van de boot aan de ankerketting, wel moeten wij nog even de loftrompet laten schallen over de houdkracht van ons iets overbemeten Bruce anker!
Na scheepsberaad vonden wij het verstandiger om de laatste twee dagen achter een betonnen muur van de Ferry boten te gaan liggen, want de berichten voorspelden zelfs windkracht tien. Het is gelukkig niet allemaal ellende wat de klok slaat, want het verzamelde water in de bijboot van de overvloedige regen stelde ons in de gelegenheid om de was te doen en als toegift mijn zweetvoeten te wassen, ach je moet positief blijven.
Toch is het zeilen hier goed te doen als er wind staat, ook vlak bij de kust. Op zee zijn de hoeveelheid regenbuien aanzienlijk minder dan op het land, en zo nu en dan houden een paar dolfijnen ons even gezelschap. De vele Alken, Jan van Genten en Meeuwen laten ons zien dat de zee bereizen met een zeilboot maar een moeizame bezigheid is. Met gemak scheren deze dieren van de zee moeiteloos over of onder het wateroppervlak.
Zo nu en dan duikt een Jan van Gent als een vallende torpedo in de zee om er een visje te verschalken, of de Alkjes duiken onder als zij vinden dat wij ze te dicht naderen, Meeuwen volgen ons zonder een vleugelslag te maken in de hardste wind, het kan heel mooi zijn op zee.

De Aran eilanden;
Aan het eind van de Galway baai, die tijdens de ijstijden is uitgeslepen, is het ijs drie grote brokken kalksteen vergeten op te ruimen. Het zijn nu de Aran eilanden, Inishmore, Inishmaan en Inisheer. Deze eilanden bezitten een geheel eigen Keltische cultuur. Het is maar goed dat de meeste bewoners ook engels spreken want ons Gealic is niet zo best.
De kalkstenen ondergrond is in hoge mate water doorlatend zodat van nature de eilanden zeer droog zijn ondanks de vele regen. Tijdens ons verblijf was er geen gebrek aan regen en dus voldoende drinkwater, maar in mei was er een rantsoenering voor de eilanders want de grote regen opslag tank was bijna leeg.
De Aran's zijn al minstens 6000 jaar bewoond en dat is moeilijk voor te stellen als je de armzalige gronden bekijkt, maar toch zijn er uit het begin van de IJzertijd, zo ongeveer 600 voor de jaartelling toch al 7 ringforten te vinden. Ringforten zijn in feite versterkte boeren gemeenschappen, waarbinnen het vee ook bescherming kon vinden. Het lijkt erop dat de mensen de moeilijk te bereiken plaatsen opzochten vanwege de onveiligheid in de samenleving. Overvallen en vee diefstal was een veel voorkomend verschijnsel door de jaren heen.
Dún Angus is de beroemdste van deze forten en in de loop der eeuwen is het voortdurend bewoont geweest en ook steeds aangepast en versterkt. Omstreeks 800 na de jaartelling is het zelfs voorzien van een soort paarden hindernis muur, de los rechtopstaande scherpe stenen verhinderden dat ruiters met hun paarden de muren konden bestormen.
Nu is het landschap wel enorm veranderd in de loop van de tijd. Toen Dún Angus voor het eerst gebouwd werd, bulderde het water van de oceaan nog niet tegen de steile rotswand waarop het fort staat maar was er een brede strook droge grond met wat duinen en lagunes. Het zeeniveau stond zeker 6 meter lager dan tegenwoordig. Op de Aran's waren nog enige bossen te vinden, maar na de middeleeuwen was dat vrijwel verdwenen. Momenteel herbergen de eilanden ongeveer 1200 bewoners, maar tijdens het bewind van de Engelse protestant Cromwell werden veel Ieren naar de uiterste westkust gedeporteerd omdat ze weigerden hun katholieke geloof op te geven! Deze enorme toename van de bevolking had zijn gevolgen, er moest veel meer voedsel worden verbouwd op de kale eilanden. Daartoe maakte men zelf teelaarde aan door rottend zeewier te vermengen met strandzand en dat over de rotsen uit te spreiden. De vele losse stenen die in de weg lagen, werden netjes opgestapeld tot muurtjes die op hun beurt dienden om het vee buiten de akkertjes te houden maar ook het wegwaaien van de grond voorkwam. Wij kunnen dus concluderen dat de nu zo karakteristieke muurtjes pas van recentere datum is. (16e eeuw)
Het Gealic wordt hier nog altijd gesproken ondanks de Engelse pogingen het te verbieden. De drie eeuwen Engelse overheersing heeft wel wat teweeggebracht in Ierland. Toch bleek later dat wij niet alle Engelse protestantse land adel over een kam mogen scheren zoals ik eerder suggereerde. In de prachtige ankerbaai van Teelin in het ruige Donegal kwamen wij in een pub, waar anders in dit klimaat, aan de praat met een man die de plaatselijke geschiedenis bestudeerde. Hij vertelde ons dat daar geen hongersnood was geweest omdat de plaatselijke edelman de bevolking op alle mogelijke manieren hielp. Zo zie je maar dat je met alles wat je om je heen hoort en ziet voorzichtig moet zijn, het neemt niet weg dat de Engelsen een dubieuze rol hebben gespeeld in het Iers verleden dat uiteindelijk in onze tijd leidde tot de bomaanslagen en andere gruwelijkheden tussen de IRA en de Unionisten.
Overal waar het toerisme toeslaat als belangrijke bron van inkomsten, daar gaat dat ten koste van de oude culturele waarden. Het is een ontwikkeling waarbij de eigen identiteit in musea worden gezet en men amechtig probeert een stuk van de "geciviliseerde" wereld te zijn. Wie zijn wij om dat te veroordelen, in Nederland is dit proces zelfs tot ware kunst verheven. Maar het doet wel afbreuk aan de eigen cultuur. Het is wel heel vreemd dat op de Aran eilanden juist het 'heritage centre' waar deze Aran cultuur staat tentoongesteld is weg bezuinigd, onbegrijpelijk.
In de 4e eeuw werden er ook op de Aran eilanden kloosters opgericht, dat is vreemd want in de rest van Europa kwam de christelijke doorbraak maar niet spontaan van de grond, terwijl in heel Ierland de kloosters als paddenstoelen uit de grond schoten. Voor dit fenomeen moet een verklaring zijn. (zie ook het artikel over het christendom op deze website)

Noord Ierland;
Door de genoemde rottige depressies zijn wij na Kilrush aan de Ierse zuidwest kust, niet meer in de gelegenheid geweest om onze motorfiets te gebruiken en de binnenlanden te verkennen. De vaak harde wind maakte het onmogelijk om de onderdelen aan wal te krijgen, bovendien wil je niet te lang bij de voor anker liggende Walkura vandaan om een stukje te gaan toeren in de regen.
Bij Portrush in noord Ierland lagen wij sinds lange tijd weer in een goede haven, wel liep er soms een deining het havenkommetje in maar daar viel mee te leven. Niets was de behulpzame en vriendelijke havenmeesters te veel om het ons naar de zin te maken. Wij kregen de sleutel van een opslag container waar wij de motorfiets in konden stallen. Portrush was een typisch Britse badplaats met een vaste kermis en speelhallen, en tijdens ons verblijf was het er enorm druk want het was vakantie tijd.
Als basis om tochten op de Yamaha te maken was het zeer geschikt, het weer was winderig maar overwegend droog. Van de spectaculaire kustvormen en het prachtige landschap kregen wij geen genoeg, bovenal de vriendelijkheid van de bevolking.
Maar ondanks dat valt ons op dat de spanningen binnen de bevolking er nog in sterke mate aanwezig zijn, De spanningen van de " Troubles" zoals de Noord Ieren de recente bomaanslagen en andere geweldplegingen tussen de katholieken en de protestanten noemen zijn nog zeker niet verdwenen. Volgens onze havenmeester zal dat ook nog wel een paar generaties duren.
Het deed ons goed om weer even onbekommerd rond te rijden zonder ons te hoeven ergeren aan de voortdurende toestroom van depressies, die vreten uiteindelijk aan je humeur en dan word je allebei wat kort door de bocht, gelukkig breken bij ons geen 'troubles' uit. Maar op deze wijze hebben wij onze reizen wel bedoeld, een beetje rond trekken in het gastland en iets opsteken van de ontmoetingen die je onderweg hebt.

Het Russisch roulette aan de Ierse en Britse kusten:
Voor mensen die niets van zeilen moeten hebben omdat ze op een klein meer al een zeeziekte oplopen is bovenstaande aanhef sowieso al duidelijk. Maar wij bedoelen hiermee de nare gewoonte van de vele kreeften vissers om hun vangkorven te voorzien van twee drijvende markeringsbollen met daartussen verscheidene meters drijvende nylon lijn!
Deze bollen liggen overal, ook in aanlopen naar havens toe, in officiële vaarwegen en tot zeker 12 mijl buitengaats. Op sommige plaatsen moet je om de 300 meter een bollen combinatie ontwijken en wat te denken van de op de kaarten aangegeven ankerplaatsen die helemaal vol liggen met dergelijke drijvende korf markeringen.
In Inish Bofin Zijn wij er van lieverlee maar gewoon tussen gaan liggen. En ja hoor tegen de avond kwam er een nors kijkende visser, die de dicht bij liggende bol op pakte en buiten ons bereik weer in het water liet zakken. Hij zal wel gescholden hebben op die idiote zeiler, maar hij kwam geen verhaal halen.
Zeilend is het nog niet zo erg als je een bol met draad achter je boot hebt hangen, want meestal kun je het zaakje er met de pikhaak uitpulken. Onderweg aan de Ierse west kust, die niet erg druk door zeilers en andere pleziervaarders wordt bezocht, is ons dat tweemaal overkomen. Stom natuurlijk want het was overdag, maar er zijn twee zaken die de zichtbaarheid van die bollen constructie beduidend verminderen, dat is aan de ene kant de groenige aangroei op sommige exemplaren of de niet erg contrast rijke kleur van de bollen. En als tweede is er de altijd aanwezige golfslag, je moet voortdurend vooruit kijken om de laag in het water liggende vissers bollen te lokaliseren in die paar seconden dat ze op een golftop zichtbaar zijn waarna ze weer onzichtbaar in het golfdal verdwijnen. Iets te lang met de juiste stand van de zeilen bezig zijn of een plakje brood op kauwen kan funest zijn.
De gevolgen worden echter aanmerkelijk erger als je de motor hebt aanstaan, de lijn wikkeld zich muurvast om de draaiende schroef, de motor slaat af en ben je overgeleverd aan wind en stroom. Al twee van onze zeilvrienden is dit overkomen en die moesten door de reddingsdienst naar veilige haven worden gesleept om daar door een duiker de zooi te laten verwijderen of tegen een kademuur droog te vallen en zelf met de lijn en bol te gaan stoeien. Dat dit kosten met zich meebrengt mag duidelijk zijn!
Tweemaal eerder zijn wij aan een dergelijk ongemak ontsnapt. Op de druk bevaren Elbe kregen wij een stuk drijfnet in de schroef, Hennie kon op zeil de koers behouden terwijl ik gewapend met een scherp mes het vast geslagen net te lijf ging, een goed half uur later waren wij weer vrij.
De tweede maal was in Orkney, in de Eynhallow Sound tussen Mainland en Rousay, in het snelstromend smalle toegangskanaal naar Kirkwall. Links en rechts van ons dreigende rotsen, gelukkig zagen wij een bol naast de boot opduiken en waren net op tijd om de schroef stil te zetten zodat de lijn er slechts losjes omheen lag en niet was vast geslagen. Met de pikhaak en een scherp mes waren wij gelukkig redelijk vlot weer los, waarna ik de doorgesneden eindjes weer aan elkaar knoopte tot grote ergernis van Hennie. Met een stroom van ongeveer 5 knoop en een noordenwind had dit akkefietje raar af kunnen lopen.
Deze irritante en asociale gewoonte van vissers om steeds maar weer drijflijnen tussen twee ballen te verbinden is een ernstig gevaar voor de rest van de gebruikers van de vrije zee. Wij vragen ons duidelijk af of de verzekeraars, die in sommige gevallen ook voor de kosten opdraaien van deze vorm van visserij, nog nooit aan de bel heeft getrokken om te komen tot een veiliger systeem!
Het is in onze ogen namelijk heel goed mogelijk om maar een bol te gebruiken zonder drijflijn, dat scheelt zeker 90% van de schades aan boten als ook aan de kreeftenkorven. De volgende keer knoop ik niet nog eens de doorgesneden lijnen aan elkaar. Wij hebben onze klaagzang ook wel eens gericht aan een visser, die net bezig was met het prepareren van dergelijke korven. Dit was aan de oost kust van Schotland, want ook daar bedient men zich van dergelijke bezwaarlijke praktijken. Wij kregen het volgende antwoord, "Het was veel gemakkelijker oppikken met twee aan elkaar verbonden bollen." En op onze opmerking dat ze 's nachts niet zichtbaar waren en overal plompverloren werden neergelegd, zei hij, "Maar je moet in de nacht ook niet varen".
Wij vinden dat er wettelijke dwingende voorschriften moeten komen om de scheepvaart voor iedereen veilig te houden. De bollen moeten te herleiden zijn naar een visser die dan ook aansprakelijk gehouden moet worden voor zijn daden.
Twee bollen is niet nodig en zou verboden moeten worden, ook moeten er op waterkaarten gebieden staan waar je ze aan kunt treffen, die gebieden staan soms aangegeven maar de vissers leggen ze op iedere willekeurige plaats ook daarbuiten tot zelfs in de aanvoer routes naar havens toe.
Wij zijn zeker niet uit op een hetze tegen vissers maar mogen wij ook veilig gebruik maken van dezelfde zee op de door ons gekozen dagen of nachten, en als het nalaten van die tweede bol en drijflijn daar een oplossing voor is dan moeten de vissers zich daar strikt aan houden!

verhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkustverhalenIerlandViaDeWestkust